Samenvatting
Bij 19 kinderen (leeftijd 7-18 jaar) met allergisch astma, een minimale bronchoconstrictie (geforceerde vitale capaciteit en expiratoire 1-secondevolume (FEV1) > 80 van de voorspelde waarde) en een toegenomen bronchiale prikkelbaarheid (dosis methacholine die een daling van 20 van het FEV1 geeft (PD20) < 150 µg) werd het effect van langdurige behandeling met inhalatiecorticosteroïden (budesonide; n = 12) en inhalatie-β-sympathicomimetica (terbutaline; n=7) op de bronchiale prikkelbaarheid onderzocht. Na 6 maanden behandeling was bij 7 van de 12 patiënten die met budesonide werden behandeld de PD20 statistisch significant toegenomen, bij 4 met een factor 4. Deze stijging trad voornamelijk in de eerste 2 maanden op. In de met terbutaline behandelde groep daalde de PD20 bij 4 van de 7 patiënten; bij geen van hen trad een verbetering op. Deze bevindingen steunen de hypothese dat ontstekingremmende inhalatiecorticosteroïden afname van de bronchiale prikkelbaarheid veroorzaken en dat inhalatie-β-sympathicomimetica, die geen ontstekingremmende werking hebben, dit niet doen.
Reacties