Samenvatting
– De prevalentie van chronische-vermoeidheidsyndroom (CVS) bij jongeren (tieners) bedraagt circa 10-20 per 100.000 inwoners. Het natuurlijke beloop is volgens de literatuur niet zo gunstig.
– Voorgesteld wordt voor de diagnose ‘CVS’ bij jongeren (10-18 jaar) als inclusiecriteria te hanteren: de afwezigheid van een somatische verklaring voor de klachten, een klachtenduur van minstens 6 maanden, en een ernstige vorm van schoolverzuim dan wel ernstige beperkingen in sociale en motorische activiteiten; en als exclusiecriterium: een psychiatrische aandoening.
– Somatische attributies, ziektebevestigende cognities en gedragingen van ouders alsmede lichamelijke inactiviteit zijn factoren die de klachten instandhouden.
– De rol van de arts en de ouders kan versterkend werken.
– Essentieel in de behandeling zijn het verminderen van lichamelijke attributies, het door ouders laten bekrachtigen van gezond gedrag, het geleidelijk opvoeren van lichamelijke activiteit en het verminderen van aandacht (ook medische) voor de lichamelijke klachten.
Reacties