Zie ook het artikel op bl. 1169.
Meticilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) is een permanente realiteit geworden in de Nederlandse gezondheidszorg. Pas 2 jaar geleden vestigde Rietra in dit tijdschrift de aandacht op de ‘zo nu en dan opduikende berichten over problemen met meticilline-resistente S. aureus’.1 Wat toen nog een sporadisch probleem was, is nu voor sommige ziekenhuizen een continue zorg. Regelmatig worden, vooral in vakantieperioden, nieuwe MRSA-stammen ingevoerd uit het buitenland. MRSA-stammen zijn vaak zeer moeilijk te bestrijden; nadat ze schijnbaar soms maanden uit een ziekenhuis verdwenen zijn, kunnen ze plotseling weer de kop opsteken.23 Om verspreiding te voorkomen zijn verschillende maatregelen noodzakelijk: isolatie op aparte kamers van MRSA-dragende patiënten, screening door middel van kweken van materiaal van overige patiënten en van het personeel, en zorgvuldig beleid bij overplaatsing van patiënten van de ene afdeling naar de andere of van het ene ziekenhuis naar het andere…
(Geen onderwerp)
Delft, juni 1990,
Om in Nederland de verspreiding van meticilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA)-stammen te beperken, vinden Vandenbroucke-Grauls en Verhoef het de moeite waard juiste maatregelen in het ziekenhuis te nemen (1990; 1163-5 en 1169-73). De Werkgroep Infectiepreventie stelt strikte isolatie van de patiënt voorop.1 Sporadisch worden in Nederland MRSA-dragende patiënten vanuit het ziekenhuis overgeplaatst naar het verpleeghuis. De vraag is of daar dezelfde richtlijnen gelden. MRSA-stammen in het verpleeghuis hebben een voorkeur voor de beschadigde huid en voor de slijmvliezen van bedlegerige zieken die antibiotica gebruiken.2 Vaak zijn zij uit het ziekenhuis afkomstig, maar de omgekeerde weg is ook mogelijk.3 Men kan in het verpleeghuis afzien van strikte isolatie van de patiënt indien de volgende regels in acht worden genomen:4 (1) Het ziekenhuis deelt vooraf mede dat het bij overplaatsing om een patiënt gaat met MRSA-stammen; evenzo in omgekeerde richting. (2) De patiënten met MRSA-stammen worden gescheiden verpleegd van voor MRSA-gevoelige patiënten (decubitus, geïnfecteerde operatiewonden, patiënten met een verblijfcatheter, neussonde, intubatie, tracheostoma) en van patiënten met herhaalde antimicrobiële behandelingen (chronische aspecifieke respiratoire aandoeningen (CARA) en aspiratiepneumonieën).5 (3) Het verzorgend personeel wordt gewezen op het risico van ‘overspringen’ van MRSA naar juist de meest zieke patiënten: per patiënt een apart schort gebruiken; met handschoenen aan wassen, de wonden verzorgen en urine en ontlasting afvoeren; na de persoonlijke verzorging van een patiënt goed de handen wassen. (4) De patiënt kan aangekleed in de huiskamer te midden van anderen verblijven en aan groepsactiviteiten deelnemen. (5) De verpleeghuisarts schrijft aan deze patiënten zo min mogelijk antibiotica voor. Eenmaal per maand wordt een kweek van neussecreet, decubitusvocht en urine ingezet.
Werkgroep Infectiepreventie. Rapport nr. 23. Beleid bij MRSA. Leiden: Academisch Ziekenhuis, 1988.
Thomas JC, Bridge J, Waterman S, Vogt J, Kilman L, Hancock G. Transmission and control of MRSA in a skilled nursing facility. Infect Control Hosp Epidemiol 1989; 10: 106-10.
O'Toole RD, Drew WL, Dahlgren BJ, Beaty HN. An outbreak of MRSA-infection, observations in hospital and nursing home. JAMA 1970; 213: 257-63.
Pennington GR. Multiple antibiotic resistent Staphylococcus aureus in rehabilitation and extended care facilities: a non-problem. Aust NZ J Surg 1982; 52: 534-5.
Cools HJM, Meer JWM van der. Infection control in a skilled nursing facility: a 6-year survey. J Hosp Infect 1988; 12: 117-24.
(Geen onderwerp)
Utrecht, juli 1990,
Gaarne danken wij collega Cools voor zijn waardevolle aanvulling op de door ons verdedigde stelling om strikte maatregelen te nemen teneinde de verspreiding van meticilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA)-stammen in ziekenhuizen te voorkomen. Wij zijn het met collega Cools eens dat de te nemen maatregelen in verpleeghuizen aangepast moeten worden aan de situatie in deze instellingen. De voorgestelde regels lijken ons inderdaad voldoende, en bovenal, haalbaar in het verpleeghuis. Wel willen wij opmerken dat niet kweek van neussecreet, doch van het vestibulum nasi het meest geschikt is om neusdragerschap aan te tonen.
Wellicht kunnen wij een aanvulling voorstellen: het lijkt zinvol om bij opname in het verpleeghuis, te proberen om de patiënt te ‘bevrijden’ van zijn MRSA-stam door een vijfdaagse behandeling met mupirocine neuszalf. Succesvolle behandeling van dragerschap met mupirocine is thans in verschillende studies aangetoond.12 Twee dagen na de behandeling zet men driemaal controlekweken in met een week tussenpoos. Teneinde recurrent dragerschap te voorkomen, blijft bij deze patiënten een zuinig antibioticabeleid geboden, ook indien na behandeling de uitslagen van de controlekweken negatief zijn.
Casewell MW, Hill RLR. Mupirocin (‘pseudomonic acid’) – a promising new topical antimicrobial agent. J Antimicrob Chemother 1987; 19: 1-5.
Cederna JE, Terpenning MS, Ensberg M, Bradley SF, Kaufmann CA. Staphylococcus aureus nasal colonization in a nursing home: eradication with mupirocin. Infect Control Hosp Epidemiol 1990; 11: 13.