Zie ook het artikel op bl. 130.
Niertransplantaties worden sedert 1965 in Nederland uitgevoerd. Deze waren mogelijk geworden doordat men het aantal en de ernst van acute afstotingen kon verminderen door te streven naar een optimale matching van donor en ontvanger wat betreft de antigenen van het ‘human leucocyte antigen’(HLA)-systeem en door gebruik te maken van corticosteroïden en azathioprine. Echter, dankzij de toepassing van sterkere immuunsuppressieve medicatie in het voorbije decennium leek deze matching van minder belang. De Gezondheidsraad heeft daarom een onderzoek verricht naar het nut van HLA-matching anno 2006, met de vraag of er een andere verdeling van de beschikbare organen mogelijk zou zijn.1 Dit onderzoek is beperkt tot niertransplantaties, omdat bij andere organen de bewaartijd buiten het lichaam zo kort is (6-12 h) dat het vrijwel onmogelijk is daarbij ook nog prospectief te matchen.
opkomst van orgaantransplantatie en de behoefte aan matching
De betekenis van…
Reacties