Het behandelingseffect van interferon-bèta-1a en -1b bij multipele sclerose klinimetrisch getoetst

Klinische praktijk
R.J. de Haan
C.H. Polman
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:2168-71

Multipele sclerose (MS) is een chronische ziekte van het centraal zenuwstelsel, die gekenmerkt wordt door ontsteking en verlies van myeline. Het is waarschijnlijk dat MS een auto-immuunziekte is of dat immunologische factoren een belangrijke rol spelen bij de pathogenese.1 De prevalentie (totaal aantal patiënten per 100.000 inwoners) wordt in Nederland geschat op 80 tot 100, terwijl de incidentie (aantal nieuwe patiënten per 100.000 inwoners per jaar) 2,2 bedraagt. De prevalentie en de incidentie van MS blijken de afgelopen jaren te stijgen. Dit is toe te schrijven aan zowel de verminderde sterfte door betere medische behandeling en zorg, als aan de verbeterde diagnostiek. Dit laatste is vooral te danken aan de cerebrale kernspintomografie.2

Ongeveer 80 van de patiënten met MS vertoont een karakteristiek beloop van exacerbaties (plotselinge neurologische verslechteringen) en spontane remissies (verbeteringen). Ongeveer eenderde blijft dit ziektebeeld houden, bij tweederde gaat de ziekte over in een progressief beloop…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Klinische Epidemiologie en Biostatistiek, Postbus 22.700, 1100 DE Amsterdam.

Dr.R.J.de Haan, klinisch epidemioloog.

Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, afd. Neurologie, Amsterdam.

Prof.dr.C.H.Polman, neuroloog.

Contact dr.R.J.de Haan

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties