Samenvatting
- De diagnostiek bij patiënten met acute keelpijn is erop gericht om een ernstige vorm van keelontsteking uit te sluiten, en bij patiënten met faryngotonsillitis om de mate van ziek-zijn en het risico op complicaties te beoordelen.
- Diagnostiek gericht om onderscheid te maken tussen een virale of bacteriële oorzaak van faryngotonsillitis bepaalt niet het initiële beleid.
- Faryngotonsillitis heeft meestal een gunstig natuurlijk beloop, waarbij voorlichting en pijnstilling volstaan.
- Complicaties van een infectie met streptokokken uit groep A zijn zeldzaam en daarom wordt diagnostiek naar deze bacteriële verwekker niet aanbevolen.
- Het gebruik van antibiotica is alleen zinvol bij patiënten met een ernstig verlopende faryngotonsillitis, een verhoogd risico op complicaties of een peritonsillair infiltraat.
- Het antibioticum van eerste keus is een smalspectrumpenicilline; bij patiënten met een peritonsillair infiltraat is amoxicilline/clavulaanzuur echter geïndiceerd.
- Als bij volwassenen discrepantie bestaat tussen de ernst van de klachten en de bevindingen bij lichamelijk onderzoek, moet aan de mogelijkheid van epiglottitis worden gedacht.
Artikelinformatie
Aanvaard op
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:A9456
Vakgebied
Reacties