De gestage toename van het aantal adenocarcinomen in het oesofago-cardiale overgangsgebied, vooral die van de slokdarm, baart zorgen, temeer daar de resultaten van chirurgische, radiotherapeutische en/of chemotherapeutische behandeling uiterst mager zijn.1 Adenocarcinomen in de slokdarm worden vrijwel altijd voorafgegaan door een reeks van veranderingen, meestal als gevolg van reflux, zoals het verschijnen van maagslijmvlies (metaplasie) en het daarin optreden van dysplasie (figuur 1). Op grond hiervan zijn er in theorie twee soorten preventieve klinische acties mogelijk: primaire preventie door adequate behandeling van reflux en metaplasie en secundaire door vroege opsporing van (pre)maligne afwijkingen.
Reflux is geen geschikt selectiecriterium voor acties ter voorkoming van de 500 patiënten met slokdarmadenocarcinoom in ons land, aangezien deze vóórkomt bij meer dan 10 van de bevolking. Doeltreffender lijkt het om mensen bij wie Barrett-oesofagus is vastgesteld als doelgroep te kiezen; voor hen werden protocollen voor behandeling en regelmatige endoscopische controle ontwikkeld. In…
Reacties