Samenvatting
Doel
Evaluatie van periodieke controle met behulp van halfjaarlijks fysisch-diagnostisch onderzoek en jaarlijkse mammografie bij vrouwen met een voor borstkanker verhoogd risico.
Plaats
Dr. Daniel den Hoed Kliniek, Rotterdam.
Opzet
Retrospectief onderzoek.
Methode
In 1994 werd bij 92 patiënten borstkanker geconstateerd, bij één patiënte bilateraal: bij 19 patiënten die periodiek gecontroleerd werden (CO-groep), bij 48 die zich met klachten meldden (SYM-groep) en bij 25 die werden verwezen nadat bij landelijke screening een afwijking was vastgesteld (SC-groep). De bijdrage van fysische diagnostiek, mammografie, echografie en cytologisch onderzoek aan de diagnosestelling werd onderzocht en de tumorstadia van de 3 patiëntengroepen werden vergeleken.
Resultaten
De gemiddelde leeftijd was in de CO-groep 53, in de SYM-groep 51 en in de SC-groep 64 jaar. De maligniteit was klinisch occult bij respectievelijk 42, 6 en 40. In de CO-groep waren 8 patiënten (42) met een belaste familieanamnese. Een palpabele maligniteit was mammografisch occult bij 25 der patiënten in de CO- en SYM-groep samen. Bij periodieke controle ging het bij 53 der carcinomen om een carcinoma in situ (Tis) of om minimaal invasieve borstkanker (≤ 0,5 cm diameter; T1a). De tumor werd bij patiënten met belaste familieanamnese bij 68 (75) patiënten ontdekt in het Tis- of T1a-stadium door middel van periodieke controle. In de SYM-groep was 4 Tis of T1a en 40 N12, in de SC-groep respectievelijk 8 en 20. Bij 15,7 in de CO-groep was er metastasering naar de axillaire lymfeklieren (N1); dit gold voor slechts 1 van de 8 patiënten met belaste familieanamnese.
Conclusie
Periodieke controle door middel van palpatie en mammografie bij vrouwen met een verhoogd risico (positieve familieanamnese) van borstkanker is zinvol, want hierdoor wordt borstkanker bij een hoog percentage van deze vrouwen in een vroeg stadium ontdekt. De prognose is dan gunstig.
Reacties