Gunstige resultaten van atriumseptumdefectsluiting tijdens hartkatheterisatie in plaats van operatie

Onderzoek
W.A. Helbing
M.E.B. Rijlaarsdam
R.P. Beekman
N.A. Blom
J. Ottenkamp
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:367-73
Abstract

Samenvatting

Doel

Inventariseren van de eerste resultaten in Nederland van percutane transveneuze sluiting van een atriumseptumdefect type II (ASD II) bij kinderen met de Amplatzer Septal Occluder(ASO)-prothese.

Opzet

Prospectief.

Methode

Gegevens werden verzameld van kinderen met een ASD II bij wie tijdens hartkatheterisatie een ASO-prothese werd geplaatst: voorafgaande, tijdens en tot 24 maanden na de ingreep, in het Leids Universitair Medisch Centrum.

Resultaten

In de periode tussen 1 januari 1998 en 29 februari 2000 ondergingen 28 patiënten (12 meisjes, 16 jongens; gemiddelde leeftijd: 74 (uitersten: 15-198) maanden) een hartkatheterisatie met de bedoeling een ASD II met een ASO-prothese te sluiten. Bij 26 patiënten werd een ASO-prothese geplaatst zonder belangrijke complicaties. De ASO-maat varieerde van 9-34 mm (mediaan: 16). Bij 1 patiënt werd van plaatsing afgezien nadat tijdens de procedure was gebleken dat er meerdere atriumseptumdefecten waren. Bij 1 patiënt werd de procedure afgebroken vanwege een luchtembolie in de kransslagaders tijdens voorbereiding van ASO-plaatsing. Na 24 uur bleek geen restdefect meer aanwezig bij 23 van de 26 patiënten bij wie een ASO-prothese geplaatst werd. Eén patiënt bij wie na 24 uur en na 3 weken het defect gesloten bleek, nam niet deel aan follow-up wegens terugkeer naar het buitenland. Na 1 jaar was bij geen van de patiënten (n = 22) een restdefect aantoonbaar.

Conclusie

Percutane transveneuze ASD-II-sluiting met een ASO-prothese was goed mogelijk, had geen belangrijke complicaties en een hoog succespercentage, ook bij kleine kinderen met een relatief groot defect.

Auteursinformatie

Leids Universitair Medisch Centrum, Willem-Alexander Kinder- en Jeugdcentrum, sectie Kindercardiologie, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

Prof.dr.W.A.Helbing (thans: Erasmus Medisch Centrum-Sophia Kinderziekenhuis, subafd. Kindercardiologie, Rotterdam), mw.M.E.B. Rijlaarsdam, dr.R.P.Beekman, N.A.Blom en prof.dr.J.Ottenkamp, kindercardiologen.

Contact prof.dr.J.Ottenkamp (j.ottenkamp@lumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties