Gunstige effecten van cognitieve gedragstherapie voor onverklaarde lichamelijke klachten; een gerandomiseerd onderzoek

Onderzoek
A.E.M. Speckens
A.M. van Hemert
Ph. Spinhoven
K.E. Hawton
J.H. Bolk
H.G.M. Rooijmans
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:1227-32
Abstract

Samenvatting

Doel

Het effect vaststellen van cognitieve gedragstherapie voor onverklaarde lichamelijke klachten in vergelijking met geoptimaliseerde algemene medische zorg.

Opzet

Gerandomiseerd gecontroleerd follow-up-onderzoek.

Plaats

Polikliniek Algemene Interne Geneeskunde, Academisch Ziekenhuis Leiden.

Methoden

De onderzoekspopulatie bestond uit een behandelgroep van 39 en een vergelijkingsgroep van 40 patiënten. De behandelgroep kreeg 6-16 zittingen cognitieve gedragstherapie. De vergelijkingsgroep kreeg geoptimaliseerde algemene medische zorg. De belangrijkste uitkomstmaten betroffen de mate van herstel, en de frequentie en intensiteit van de oorspronkelijke klachten, psychische klachten, functionele belemmeringen, ziekteangst, ziektegedrag en, 6 maanden na afsluiting van de behandeling, het aantal bezoeken aan de huisarts.

Resultaten

Bij afsluiting van de therapie rapporteerde de behandelgroep een grotere mate van herstel (‘odds ratio’ (OR): 0,40; 95-betrouwbaarheidsinterval (95-BI): 0,16-1,00), een lagere gemiddelde intensiteit (gemiddeld verschil: -1,2; 95-BI: -2,0-0,3) en minder slaapproblemen (OR: 0,38; 95-BI: 0,15-0,94) dan de vergelijkingsgroep. Gecorrigeerd voor toevallige verschillen bij de voormeting, verschilden de 2 groepen ook in de frequentie van de klachten (OR: 0,32; 95-BI: 0,13-0,77), beperkingen in het sociale functioneren (OR: 0,35; 95-BI: 0,14-0,85) en vrijetijdsbesteding (OR: 0,36; 95-BI: 0,14-0,93), en ziektegedrag (gemiddeld verschil: -2,5; 95-BI: -4,6-0,5). Bij de vervolgmeting 6 maanden later bleven de verschillen grotendeels bestaan.

Conclusie

Cognitieve gedragstherapie lijkt een toepasbare en effectieve behandeling te zijn bij poliklinische patiënten met onverklaarde lichamelijke klachten.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

Polikliniek Psychiatrie: mw.dr.A.E.M.Speckens, assistent-geneeskundige; dr.A.M.van Hemert, epidemioloog; dr.Ph.Spinhoven, psycholoog; prof.dr.H.G.M.Rooijmans, psychiater.

Polikliniek Algemene Interne Geneeskunde: dr.J.H.Bolk, internist.

University Department of Psychiatry, Warneford Hospital, Oxford.

Dr.K.E.Hawton, psychiater.

Contact mw.dr.A.E.M.Speckens

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties