Samenvatting
Doel
Het vergelijken van sterfte onder tuberculosepatiënten in Nederland met die in de algemene bevolking en het identificeren van risicofactoren voor sterfte bij tuberculosepatiënten.
Opzet
Cohortanalyse.
Methoden
Van de patiënten bij wie in 1993-1995 tuberculose was gediagnosticeerd en die waren gemeld bij het Nederlands Tuberculose Register van de Koninklijke Nederlandse Centrale Vereniging tot Bestrijding der Tuberculose werd de sterfte binnen 1 jaar na de diagnosestelling vergeleken met de landelijke sterfte na correctie voor leeftijd en geslacht. Risicofactoren werden bepaald en voor confounders gecorrigeerd met het ‘proportional-hazards’-model van Cox.
Resultaten
Van de 4340 patiënten die in leven waren bij diagnose, overleden er 258 binnen één jaar, terwijl zij onder behandeling stonden; 223 (86) maal werden voor het overlijden andere oorzaken gevonden dan tuberculose. De Kaplan-Meier-overlevingskans op één jaar was 93. Bij tuberculosepatiënten was de voor leeftijd en geslacht gestandaardiseerde kans op overlijden 8,3 maal hoger dan bij de algemene bevolking. Van alle sterfgevallen vond 83 plaats in risicogroepen, waartoe 21 van de tuberculosepatiënten behoorde: patiënten van 65 jaar en ouder en patiënten met een HIV-infectie of een maligniteit. De kans op overlijden (gecorrigeerd voor onderbroken behandelingen) in deze groepen was 24 na één jaar.
Conclusie
Tuberculosepatiënten in Nederland hebben een sterk verhoogd sterfterisico. De prognose is echter goed voor patiënten onder de 65 jaar die geen HIV-infectie of maligniteit hebben.
Reacties