Samenvatting
Doel
Analyseren van de besluitvorming rond het niet aanvangen of staken van de behandeling van kinderen die uiteindelijk zijn overleden op een afdeling Intensieve Chirurgische Zorg van een academisch kinderziekenhuis.
Opzet
Retrospectief dossieronderzoek over de periode 1988-1992.
Plaats
Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Sophia Kinderziekenhuis.
Methode
In de onderzoeksperiode overleden 104 kinderen op de afdeling Intensieve Chirurgische Zorg. Zij werden ingedeeld naar pasgeborenen en oudere kinderen en naar aard van de beslissing volgens het rapport Doen of laten van de Nederlandse Vereniging van Kindergeneeskunde.
Resultaten
Ongeveer de helft van de kinderen (pasgeborenen en oudere kinderen) was overleden, omdat de behandeling niet was aangevangen of werd gestaakt. ‘Primair afzien van levensverlengend medisch handelen’ kwam bij 4104 kinderen voor, ‘staken van levensverlengend medisch handelen’ bij 53104. ‘Opzettelijke levensbeëindiging in noodsituaties’ kwam niet voor. In de overige gevallen was er sprake van overlijden ondanks zinvol geachte maximale behandeling.
Conclusie
De problematiek en de richtlijnen aangaande instellen of staken van behandeling zijn niet alleen van toepassing bij pasgeborenen met ernstige aangeboren afwijkingen, maar ook bij oudere kinderen. Evaluatie van de besluitvorming dient zich niet te beperken tot de medisch-technische en verpleegkundige aspecten, maar tevens de beleving door de ouders en de leden van het behandelende team te omvatten.
Reacties