Samenvatting
In een retrospectief onderzoek werd nagegaan hoeveel kinderen met een nefrotisch syndroom op basis van ‘minimal lesion’-glomerulopathie in remissie bleven na cyclofosfamidetherapie. Tevens werd nagegaan hoeveel kinderen tijdens deze therapie een hemorragische cystitis of een leukopenie kregen.
De 43 kinderen (leeftijd 1,08-14,32 jaar) die onder behandeling waren op de afdeling Kindergeneeskunde van het Academisch Ziekenhuis St. Radboud te Nijmegen tussen januari 1980 en januari 1990 kregen cyclofosfamide in een dosis van 3 mgkgdag gedurende 8 weken. Er waren 2 patiënten die 2 maal een volledige cyclofosfamidekuur kregen, terwijl 1 patiënt 3 maal gedurende 8 weken cyclofosfamide kreeg. Er kwamen 42 patiënten in remissie na cyclofosfamidetherapie; 1 patiënt (met een steroïdresistente aandoening) kwam niet in remissie na 3 weken cyclofosfamidetherapie (gestaakt in verband met hemorragische cystitis).
Na 18 maanden was 57 van de kinderen nog steeds in remissie (n = 37, 5 van de 42 kinderen hadden een follow-up-duur van minder dan 18 maanden). Na 30 maanden was 50 van de kinderen nog in remissie (n = 34, 8 kinderen hadden een follow-up-duur van minder dan 30 maanden). Er trad 3 maal tijdens cyclofosfamidetherapie een hemorragische cystitis op (6 van alle kuren) en 2 maal trad er een leukopenie op (4).
Het lijkt gerechtvaardigd om kinderen met tekenen van steroïdtoxiciteit gedurende 8 weken met cyclofosfamide te behandelen in een dosis van 3 mgkgdag.
Reacties