Gevolgen op ziekenhuisniveau van de nieuwe richtlijnen voor adjuvante systemische behandeling bij mammacarcinoom

Opinie
A.C. Voogd
W.J. Louwman
J.W.W. Coebergh
G. Vreugdenhil
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:1572-4
Abstract

Adjuvante systemische therapie voor mammacarcinoom bestaat uit de toediening van cytostatica (chemotherapie) en/of hormonale middelen (endocriene therapie), als aanvulling op de primaire locoregionale behandeling. Onlangs werden in dit tijdschrift de nieuwe landelijke richtlijnen gepubliceerd van het Nationaal Borstkankeroverleg Nederland (NABON) en de Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie (NVMO) voor de toepassing van adjuvante systemische therapie bij patiënten met een resectabel mammacarcinoom.1 De richtlijnen zijn het resultaat van een afweging tussen de overlevingswinst die met deze middelen geboekt kan worden en de mogelijke bijwerkingen en de mate van overbehandeling. Het feit dat de richtlijnen in een aantal regio's reeds zijn opgenomen in de behandelprotocollen die door de Integrale Kankercentra worden uitgegeven, geeft aan dat de behoefte aan consensus groot was.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld in Noord-Amerika2 hebben specialisten in Nederland tot op heden een vrij afwachtende houding aangenomen ten aanzien van de systemische behandeling van patiënten zonder positieve oksellymfeklieren…

Auteursinformatie

Integraal Kankercentrum Zuid, Postbus 231, 5600 AE Eindhoven.

Dr.A.C.Voogd en mw.ir.W.J.Louwman, epidemiologen; dr.J.W.W. Coebergh, arts-epidemioloog.

St. Joseph Ziekenhuis, afd. Inwendige Geneeskunde, Veldhoven.

Dr.G.Vreugdenhil, internist.

Contact dr.A.C.Voogd (a.voogd@ikz.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties