Bij patiënten die een behandeling wegens kanker hebben ondergaan, worden poliklinische controles door een medisch specialist als een vanzelfsprekend onderdeel van de oncologische zorg beschouwd. Het voornaamste doel is het opsporen van een recidief in een vroeg (behandelbaar) stadium, met als gevolg betere overlevingskansen. Het is opvallend dat hoewel routinecontrole op zichzelf nauwelijks ter discussie staat, er enorme verschillen blijken te bestaan in de vormen van routinematig uitgevoerde diagnostiek bij deze oncologische controles.1
Omdat het opsporen van een recidief als belangrijkste doel van de routinecontrole wordt gezien, is het van belang om te weten of deze ook aan dat doel beantwoorden, met andere woorden, wat de effectiviteit van deze controles is. Onderzoek naar die effectiviteit is vooral verricht bij patiënten die voor coloncarcinoom2-4 of mammacarcinoom5-11 zijn behandeld. Onlangs zijn echter ook enkele publicaties verschenen betreffende de effectiviteit van routinecontrole bij endometrium- en cervixcarcinoom.
Endometriumcarcinoom
Endometriumcarcinoom heeft in…
Reacties