Van de meeste geneesmiddelen is niet bekend welke dosering het best is voor zwangere vrouwen en hun foetus. Dat kan leiden tot suboptimale zorg. Farmacokinetische modellen kunnen hierin verandering brengen.
Driekwart van alle Nederlandse vrouwen gebruikt medicatie tijdens de zwangerschap.1 Dit varieert van paracetamol tegen hoofdpijn tot onderhoudsmedicatie voor epilepsie. Zwangerschapsspecifieke doseeradviezen ontbreken meestal wegens schaarste aan klinisch bewijs.2 Beschikbare farmacotherapeutische kennisbronnen – zoals de KNMP Kennisbank, Lareb Moeders voor Morgen en TDM-monografie.org – bieden vooral informatie over de geschiktheid van geneesmiddelen voor gebruik tijdens de zwangerschap of advies over het aanpassen van doseringen op basis van geneesmiddelspiegels. Dit gaat uit van a posteriori personaliseren van therapie, waarbij doseringen achteraf gewijzigd kunnen worden in het geval van afwijkende bloedspiegels. Het vooraf wijzigen van doseringen bij zwangere vrouwen wordt zelden geadviseerd.
In de praktijk blijkt dat zwangere vrouwen vaak medicatie krijgen voorgeschreven volgens doseeradviezen voor niet-zwangere volwassenen. De fysiologie van een zwangere vrouw verandert echter om de ontwikkeling van haar foetus te ondersteunen. Zo nemen het hartminuutvolume en de nierfiltratie toe en verandert de activiteit van enzymen die betrokken…
Reacties