Samenvatting
Doel
Vaststellen of hydrotherapie in een thermaalbad beter is dan hydrotherapie in een oefenbad met normaal water bij patiënten met reumatoïde artritis (RA).
Opzet
Therapeutisch onderzoek met controlegroep, met een duur van 12 weken in de periode maart 1990-augustus 1990.
Plaats
Thermaalbad te Arcen (interventiegroep) en het oefenbad van het Maaslandziekenhuis te Sittard (controlegroep).
Patiënten en methoden
Van 46 opeenvolgende patiënten met RA afkomstig uit twee poliklinieken reumatologie (Sint Maartens Gasthuis te Venlo; thermaalbad en Maaslandziekenhuis te Sittard; oefenbad) werden 27 behandeld in het thermaalbad en 19 patiënten in het oefenbad. Behandeling bestond uit een van tevoren gestructureerd oefenprogramma, gegeven door 2, aan genoemde instellingen verbonden, fysiotherapeuten, met een frequentie van 1 keer per week.
Uitkomstvariabelen
Duur van de ochtendstijfheid, bezinkingssnelheid der erytrocyten, Ritchie-index, mate van pijn, antwoorden op een vragenlijst met 11 vragen over activiteiten van het dagelijkse leven alsmede psychosociale aspecten van ziekte.
Resultaten
De duur van de ochtendstijfheid verbeterde in beide groepen significant: thermaalbad: vóór: 60 min (SD 43), na: 43 min (SD 44); p = 0,003; oefenbad: vóór: 60 min (SD 38), na: 41 min (SD 30); p = 0,02. De overige variabelen lieten geen verbetering zien. Er trad geen verschil tussen beide groepen op.
Conclusie
Zowel oefentherapie in een thermaalbad als oefentherapie in een ‘normaal’ oefenbad heeft positief effect op enkele subjectieve parameters bij RA-patiënten, terwijl effecten op objectieve parameters ontbreken. Er zijn in deze setting geen argumenten om thermaalbad-behandeling te prefereren boven therapie in een ‘normaal’ oefenbad.
Reacties