Gebrek aan bewijs bij de behandeling van belangrijke vormen van depressie

- Despite over 1,000 randomised controlled trials (RCTs) evaluating the efficacy of antidepressants, their effectiveness in important subgroups of depression is almost unknown.

- Around 40 of patients with depression do not respond to treatment with selective serotonin-reuptake inhibitors, the most frequently used type of antidepressant in the Netherlands. Only 3 RCTs have studied whether another type of antidepressant is effective in these patients.

- Two other examples are psychotic depression and bipolar depression. While these conditions account for 15 and 20 of all depressed patients, respectively, their treatment has been studied in only 10 and 12 RCTs, respectively.

- The main reason for this lack of research is lack of funding. Therefore, it is argued that a special Dutch research programme for comparative drug studies is warranted. Funds for such a programme should become available from the Netherlands Organisation for Health Research and Development (ZonMw), the pharmaceutical industry and health-insurance companies.

Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1498-501

Samenvatting

- Ondanks ruim 1000 gerandomiseerde klinische trials (RCT’s) waarin de werkzaamheid van antidepressiva bij depressies is onderzocht, is van belangrijke vormen van depressies nauwelijks bekend hoe ze behandeld moeten worden.

- Ongeveer 40 van de patiënten met een depressie reageert niet op behandeling met selectieve serotonineheropnameremmers, de in Nederland meest voorgeschreven antidepressiva in de eerste stap van de behandeling. In maar 3 RCT’s is nagegaan of een ander antidepressivum dan wél werkzaam is.

- Twee andere voorbeelden betreffen de psychotische depressie en de depressie in het kader van een bipolaire stoornis. Terwijl deze zo’n 15 en 20 van alle depressies uitmaken, is de behandeling daarvan slechts in respectievelijk 10 en 12 RCT’s onderzocht.

- Belangrijkste oorzaak van dit gebrek aan onderzoek is gebrek aan financieringsmogelijkheden. Daarom wordt gepleit voor een apart Nederlands onderzoeksprogramma voor vergelijkend geneesmiddelenonderzoek. Het geld daarvoor zou moeten komen van de grote fondsen, zoals het ZonMw-programma ‘Doelmatigheidsonderzoek’, van de farmaceutische industrie en van de zorgverzekeraars.

Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1498-501