De pokken zijn uitgeroeid en hartaandoeningen zijn op hun retour, maar covid-19 laat zien dat de mensheid nog altijd kwetsbaar is voor spectaculaire nieuwe ziekten. Wat zit daarachter? Epidemioloog Johan Mackenbach over de vraag waarom er ziekten zijn.
Samenvatting
Wanneer men ziekten vanuit een historisch perspectief benadert, valt op dat de meeste ziekten een spectaculair patroon van opkomst en neergang kennen. Dit artikel bespreekt een ‘ecologisch-evolutionaire theorie’ die de opkomst van steeds nieuwe ziekten verklaart uit het feit dat mensen, in hun onvermoeibare zoektocht naar betere leefomstandigheden, steeds weer activiteiten hebben ondernomen die hen blootstelden aan nieuwe gezondheidsrisico’s – en dat in een tempo dat de evolutie niet kon bijhouden. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden op het terrein van infectieziekten, ischemische hartziekte en kanker. Ook de opkomst van covid-19 kan vanuit dit perspectief worden geduid. De fundamentele rol van gedrag en omgeving bij het ontstaan van ziekte impliceert dat ‘public health’-maatregelen in het algemeen de beste aanpak zijn om ziekte terug te dringen.
Reacties