Frequentie van voedingsvragen op het spreekuur van de huisarts

- The authors investigated how frequently nutritional problems are brought up during consulting hours of general practitioners. A first study was carried out by 26 interns among 26 GPs. The data from 20 GPs could be processed. A second study was done by four medical students among 22 GPs. In total, 1851 doctor-patient contacts were observed; in all, presence of some affliction was recorded 2497 times. In 360 of these 2497 cases (about 14) some aspect of diet was discussed. Nutritional subjects were raised most often in relation to obesity, diseases of stomach and duodenum, hypertension and, less often, diabetes mellitus, acute gastroenteritis and common cold. Relative frequencies were highest for gastroenteritis (94), obesity (86) and constipation (67). Dietary aspects were more often discussed in relation to diseases of children aged 0-4 yr (25 ), of adolescetts and young adults aged 15-24 y (21) and of elderly people (19), and less often of peopie aged 25-54 yr (10). To prepare future general practitioners adequately for these contacts, nutrition should be given its appropriate place in medical training.

Samenvatting

In twee onderzoeken in huisartspraktijken is gelet op de frequentie waarmee voeding door patiënt of arts ter sprake werd gebracht tijdens het spreekuur. Nagegaan werd, naar aanleiding van welke klachten en aandoeningen dit gebeurde, en of er een relatie bestond met leeftijd en geslacht van de patiënt. Bij 1851 arts-patiëntcontacten werd in totaal 2497 maal een aandoening geregistreerd. Voeding kwam in 360 van deze 2497 gevallen (14) ter sprake. In absolute zin werd voeding het vaakst besproken bij klachten inzake adipositas, ziekten van maag en duodenum en hypertensie, en vervolgens bij diabetes mellitus, acute gastro-enteritis en verkoudheid. Relatief werd het vaakst over voeding gesproken bij klachten inzake gastro-enteritis (94), adipositas (86) en obstipatie (67). Naar leeftijd kwam voeding relatief vaak aan de orde bij kinderen van 0 tot 4 jaar (25), bij adolescenten en jonge volwassenen tussen 15 en 24 jaar (21) en bij mensen van boven de 65 jaar (19) en relatief weinig bij mensen tussen 25 en 54 jaar (10). Gezien de hoge frequentie van voedingsvragen in de huisartsenpraktijk, lijkt meer aandacht voor voedings- en dieetleer in het medisch curriculum gewenst, vooral met betrekking tot de genoemde aandoeningen.