Samenvatting
Doel
Analyseren van diagnostiek, therapie en beleid bij focale nodulaire hyperplasie (FNH) van de lever.
Plaats
Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, Rotterdam.
Opzet
Retrospectief follow-up-onderzoek.
Methode
Uitgaande van histologisch bevestigde diagnosen FNH in de periode 1979-1993 werden de statussen van patiënten geanalyseerd met betrekking tot het klachtenpatroon, de diagnostiek en het gevolgde therapeutisch beleid. Follow-up vond plaats door patiënten opnieuw poliklinisch te beoordelen, waarbij anamnese, lichamelijk onderzoek, serologisch onderzoek naar hepatitis B en C en echografisch onderzoek van de lever werden verricht.
Resultaten
Van 31 patiënten met een histologisch bewezen FNH werden 19 conservatief behandeld, 12 patiënten ondergingen een resectie, van wie 1 overleed. Voor follow-up-onderzoek waren respectievelijk 16 en 9 patiënten beschikbaar. Laboratoriumonderzoek had geen aanvullende diagnostische waarde. Computertomografie was het betrouwbaarste beeldvormende onderzoek, waarmee bij 71 van de patiënten een juiste diagnose kon worden gesteld. Bij echografische controle van de conservatief behandelde patiënten werd, na gemiddeld 57 maanden, bij geen enkele patiënt progressie van de tumor geconstateerd.
Conclusie
Indien FNH wordt vermoed, maar typische kenmerken bij afbeeldend onderzoek ontbreken, is een echogeleide percutane biopsie geïndiceerd om de diagnose histologisch te bevestigen. Gezien het benigne karakter van de tumor wordt een asymptomatische FNH-haard conservatief behandeld. Resectie is geïndiceerd bij klachten, bij toename van de tumorgrootte of bij twijfel aan de histologische diagnose ten einde een maligniteit uit te sluiten.
Reacties