Samenvatting
- Fluoride wordt al meer dan 30 jaar bij de behandeling van osteoporose toegepast. Fluoride stimuleert de osteoblasten tot de vorming van nieuw botweefsel. Het nieuwgevormd bot is echter abnormaal van structuur en minder goed gemineraliseerd, waardoor het relatief minder sterk is.
- Wanneer patiënten met osteoporose met fluoride worden behandeld, neemt enerzijds de botmineraaldichtheid van het skelet toe. Anderzijds zijn de resultaten van behandeling met fluoride op de incidentie van botbreuken tegenstrijdig en werd soms zelfs een toename van het aantal fracturen gezien.
- Daarnaast veroorzaakt fluoride vaak bovenbuikklachten en een pijnsyndroom in enkels en voeten, dat door stressfracturen wordt veroorzaakt en pas na enige maanden verdwijnt.
- Om deze redenen dient behandeling met fluoride vooralsnog alleen plaats te vinden in de vorm van klinisch wetenschappelijk onderzoek.
Reacties