Samenvatting
Doel
Verkrijgen van inzicht in hoe artsen denken over kostenafwegingen bij het stellen van grenzen aan de zorg.
Opzet
Mondelinge enquête.
Plaats
Ziekenhuizen in de regio's Leiden en Amsterdam.
Methode
Een groep van 82 ziekenhuisspecialisten (41 chirurgen en 41 internisten) werd mondeling geïnterviewd over hun mening over de rol van artsen ten aanzien van kostenbeheersing in de zorg. Ook werd hun gevraagd vast te stellen bij welke potentiële gezondheidswinst zij een dure behandeling niet langer verantwoord achten.
Resultaten
De respondenten waren van mening dat de overheid financiële grenzen aan de zorg kan stellen, vooral ten aanzien van behandelingen met een geringe gezondheidswinst, maar dat artsen alles moeten doen wat binnen hun mogelijkheden ligt in het belang van de patiënt. Slechts iets meer dan de helft van de artsen gaf aan een behandeling te staken als deze te duur wordt. Verder meenden zij dat keuzen in de zorg in verband met schaarste gemaakt moeten worden op landelijk niveau. Artsen antwoordden (bij de in dit onderzoek gebruikte casus) bij een overlevingskans van lager dan gemiddeld 12 af te zien van een ‘kostbare’ behandeling, maar ongeveer de helft van de specialisten gaf aan verder te gaan als behandelend arts van een bepaalde patiënt dan wat zij vanuit algemeen beleidsperspectief wenselijk achten.
Conclusie
Hoewel artsen aangaven financiële grenzen aan de zorg wenselijk te vinden op beleidsniveau, leek hun gedrag op individueel patiëntenniveau hier niet altijd mee in overeenstemming.
Reacties