In een euthanasiediscussie in het buitenland is weleens schertsend opgemerkt dat iedere zaak van twee kanten kan worden bekeken, van een verstandige en van een juridische kant. Wij zouden zover niet willen gaan. Maar bij het volgen van de huidige discussie in ons eigen land voelen wij ons als medici toch menigmaal door een zekere verbazing overvallen.
Daar is vooreerst de visie van de juristen Langemeijer, Enschedé en Van Veen.1 Zij houden ons voor dat het afzetten van een been juridisch als een ‘mishandeling’ moet worden beschouwd die pas straffeloos wordt door het aan artsen verleende beroepsrecht. Een dergelijke rechtvaardiging van artsenhandelingen die tot de normale medische praktijk behoren, komt ons voor als een gekunstelde constructie langs een omweg van abstracties. Het medisch handelen is er juist op gericht ‘mishandelingen’ door de natuur of door een ongeval te voorkómen, tegen te gaan, te genezen, te beperken of te verzachten…
Reacties