Etalagebenen bij voorkeur non-invasief behandelen

Voetgangerstoplicht wat op groen staat
Julien Vos
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2023;167:C5386

artikel

Bij claudicatio intermittens (CI), ook wel ‘etalagebenen’ genoemd, leiden invasieve en non-invasieve behandeling tot vergelijkbare klinische uitkomsten. Na invasieve behandeling is echter vaker een revascularisatie nodig. Dit blijkt uit een nieuwe meta-analyse (Ann Surg. 2023; online 3 januari).

De onderzoekers includeerden gerandomiseerde onderzoeken naar invasieve behandelingen van CI (endovasculair of chirurgisch, al dan niet gecombineerd met looptherapie) versus non-invasieve behandelingen (leefstijladviezen, medicatie en looptherapie). Ze keken vervolgens naar het verschil tussen de twee behandelingen in overleving, aantal amputaties, revascularisaties en klinische achteruitgang. Klinische achteruitgang werd gedefinieerd als een progressie naar kritieke of acute ischemie.

De meta-analyse omvatte 9 gerandomiseerde onderzoeken waaraan 1477 patiënten deelnamen (765 na invasieve behandeling en 712 na non-invasieve behandeling). In 5 onderzoeken werd een invasieve behandeling gecombineerd met looptherapie. De follow-upduur was gemiddeld 3,6 jaar. Tussen de twee behandelingen was geen verschil in klinische achteruitgang (RR: 0,77; 95%-BI: 0,35-1,69) of amputaties (RR: 1,69; 95%-BI: 0,54-5,26). Na invasieve behandeling was wel vaker een revascularisatie nodig (RR: 4,15; 95%-BI: 2,80-6,16). Na ongeveer 2 jaar follow-up werd geen verschil gevonden in overleving (HR: 1,22; 95%-BI: 0,88-1,69).

De landelijke richtlijn ‘Perifeer arterieel vaatlijden’ voor CI adviseert gesuperviseerde looptraining (GLT) als primaire behandeling. De meta-analyse ondersteunt deze aanbeveling. De onderzoekers noemen enkele factoren waardoor GLT soms niet gegeven zou kunnen worden, waaronder een beperkte beschikbaarheid van GLT, de therapietrouw van patiënten en de wens tot onmiddellijke symptoomverlichting.

Joep Teijink, vaatchirurg in het Catharina Ziekenhuis, reageert desgevraagd op de studieresultaten: ‘Goed om te weten dat Nederland het mondiaal bezien uitstekend doet. Bijna 90% van de claudicanten gaat primair naar speciaal getrainde fysiotherapeuten die bij Chronisch ZorgNet zijn aangesloten. Na 5 jaar blijkt maar liefst 83% nog steeds interventievrij. Maar dit netwerk met landelijke, geborgde kwaliteit is uniek in de wereld.’

De generaliseerbaarheid van de meta-analyse wordt wel beperkt door een aantal punten. Zo geven de auteurs aan dat er sprake is van aanzienlijke heterogeniteit in de toegepaste behandelingen en types arteriële laesies. Teijink denkt dat die disclaimer ‘de strohalm is waaraan internationaal velen zich nog vasthouden omdat hun voortbestaan als vaatinterventionist op zijn minst deels afhankelijk is van de claudicant’. Teijink noemt hierbij het adagium ‘primum non nocere’: ‘Een sterk argument dat de twijfelaars na het lezen van deze meta-analyse definitief over de streep zou moeten trekken.’

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties