Elders in dit tijdschrift houden Lilien en collega’s een pleidooi voor het eerder voorschrijven van bloeddrukverlagende medicijnen bij jongvolwassenen met een systolische bloeddruk ≥ 140 mmHg die onvoldoende gedaald is na leefstijlaanpassingen.1 Het belangrijkste argument is de discrepantie tussen de richtlijn voor kindergeneeskunde en de huidige NHG-standaard ‘Cardiovasculair risicomanagement’ voor huisartsen, waardoor personen jonger dan 18 jaar door de kinderarts anders worden behandeld dan personen die net iets ouder zijn dan 18 jaar en bij de huisarts komen.2,3
De richtlijn voor kindergeneeskunde, die gebaseerd is op extrapolatie van onderzoeksgegevens bij volwassenen, adviseert om medicamenteus te behandelen bij een systolische bloeddruk ≥ 140 mmHg die onvoldoende verbetert na aanpassing van de leefstijl. De belangrijkste reden voor de auteurs om deze beleidslijn ook te bepleiten voor jongvolwassen met hypertensie die ouder zijn dan 18, is dat hun risico op hart-vaatziekten of sterfte gedurende het leven – het levenslange risico –verhoogd is ten opzichte van personen zonder hypertensie. Ten tweede verwachten de auteurs dat het voorschrijven van bloeddrukverlagers op jonge leeftijd kosteneffectief zal zijn.
Lilien en zijn medeauteurs stellen dat de NHG-standaard ‘Cardiovasculair risicomanagement’ weinig ruimte geeft om jongvolwassenen met hypertensie medicamenteus te behandelen.1 Jongvolwassenen hebben zelden een risico boven de 10% en zouden daarmee nooit in aanmerking komen voor bloeddrukverlagende medicijnen. Om de discrepantie tussen de beide richtlijnen op te heffen, adviseren de auteurs om NHG-standaard ‘Cardiovasculair risicomanagement’ aan…
Reacties