Samenvatting
Doel
Vergelijken van klinische en epidemiologische kenmerken van erythema migrans in Nederland met die in andere landen, bepalen van de effectiviteit van behandeling met antibiotica en vaststellen van het causale genospecies van Borrelia burgdorferi.
Opzet
Prospectief.
Plaats
Academisch Medisch Centrum, Amsterdam.
Methoden
Van augustus 1987 tot december 1992 werden 77 patiënten met erythema migrans zonder verschijnselen van acute gedissemineerde Lyme-borreliose in het onderzoek opgenomen. Klinische gegevens werden verzameld, een bloedmonster en een huidbiopt uit het erytheem werden afgenomen.
Resultaten
Bij 72 (94) patiënten ontstond het erytheem in de periode juni-december. De infectie werd door 61 (79) patiënten in Nederland opgelopen. Bij 34 van 35 patiënten die een tekebeet hadden waargenomen ontstond het erytheem binnen 3 maanden na de beet. Van 48 opeenvolgende patiënten had 90 een normale bezinking en een normaal aantal bloedleukocyten. Bij 54 van 74 patiënten werden in het serum antistoffen tegen B. burgdorferi gevonden en uit 84 van 62 opeenvolgende huidbiopten werd B. burgdorferi gekweekt: in 96 genospecies B. afzelii. Bij 50 en 21 patiënten die waren behandeld met respectievelijk tetracycline en doxycycline was behandeling succesvol na een mediane follow-up-duur van respectievelijk 27 en 19 maanden.
Conclusie
Klinische en epidemiologische kenmerken van erythema migrans in Nederland verschilden niet van die in andere Europese landen. Erythema migrans zonder verschijnselen van acute gedissemineerde Lyme-borreliose werd vooral veroorzaakt door genospecies B. afzelii. Behandeling met tetracycline en doxycycline was effectief.
Reacties