Samenvatting
Twee vrouwen van respectievelijk 48 en 52 jaar met kanker kregen ernstige beenmergsuppressie en (gastro-intestinale) slijmvliesontsteking na het gebruik van capecitabine. De analyse van de dihydropyrimidine-dehydrogenase(DPD)-activiteit in perifere mononucleaire cellen toonde DPD-deficiëntie. Beide patiënten herstelden in de loop van 3-4 weken en beide reageerden met een (partiële) remissie van hun tumor op de behandeling. Capecitabine wordt in het lichaam omgezet in fluorouracil (5-FU). DPD-deficiëntie leidt tot te weinig afbraak van 5-FU, dus tot ernstige cytotoxiciteit van een behandeling met capecitabine of 5-FU. De meest voorkomende onderliggende mutatie, IVS14+1G>A, wordt gevonden bij ongeveer 2 van de Nederlandse bevolking. In geval van onverwacht ernstige toxiciteit bij 5-FU- of capecitabinetoediening dient aan DPD-deficiëntie gedacht te worden. Screening zou overwogen kunnen worden, gezien het frequente gebruik van capecitabine en 5-FU, de ernstige toxiciteit die kan optreden bij patiënten met een lage DPD-activiteit en de prevalentie van de mutatie.
Reacties