Ernstig parkinsonisme ten gevolge van metoclopramide bij een patiënte met polyfarmacie

Klinische praktijk
A. Hoogendam
J. Hofmeijer
C.J.M. Frijns
M. Heeringa
S.L.N.M. Schouten-Tjin A Tsoi
P.A.F. Jansen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:175-7
Abstract

Samenvatting

Een 73-jarige vrouw, met tuberculose van de darm, werd misselijk ten gevolge van de tuberculostatica. Deze misselijkheid werd behandeld met metoclopramide. Hierop ontstond een ernstig medicamenteus geïnduceerd hypokinetisch-rigide syndroom. Omdat de klinische verschijnselen aanvankelijk sterk wezen op een depressie, werd pas laat aan deze bijwerking gedacht. Gezien de door medicatie geïnduceerde lever- en nierfunctiestoornissen bleek patiënte een te hoge dosering metoclopramide te gebruiken. Behandeling met biperideen en staken van het metoclopramidegebruik leidden tot afname van de klachten in 3 maanden, waarna de tuberculostatica weer konden worden geïntroduceerd. Aanpassing van de metoclopramidedosering had deze ernstige bijwerking mogelijk kunnen voorkomen.

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum, Utrecht.

Afd. Klinische Geriatrie: A.Hoogendam, assistent-geneeskundige; dr.P.A.F.Jansen, klinisch geriater-klinisch farmacoloog.

Afd. Neurologie: J.Hofmeijer, assistent-geneeskundige; dr.C.J.M.Frijns, neuroloog.

Stichting LAREB, 's-Hertogenbosch.

Dr.M.Heeringa, medisch bioloog; drs.S.L.N.M.Schouten-Tjin a Tsoi, apotheker.

Contact A.Hoogendam, Havezatedrift 21, 3436 CC Nieuwegein (hoogendam-dekkers@zonnet.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Ommen, april 2002,

Na eerdere publicaties hierover,1-3 beschreven onlangs Hoogendam et al. in het Tijdschrift een patiënte met een hypokinetisch beeld bij gebruik van metoclopramide (2002:175-7).

In mijn huisartsenpraktijk heb ik in 15 jaar 3 maal een vergelijkbare, indrukwekkende, bijwerking gezien bij kinderen: binnen enkele uren na toediening van het middel (altijd per zetpil) trad een apathisch beeld op met afwezigheid, dwangstand van de ogen, hypomobiliteit en slapte van de spieren.

De eerste maal was in 1988 bij een baby van een jaar die zonder hoge koorts een virale gastro-enteritis had met volgens de moeder veel braken, maar die bij eerste onderzoek geen zieke indruk maakte. Ik had het kind metoclopramidezetpillen voorgeschreven in de juiste dosering. Enkele uren later belde de moeder in paniek op: haar kind reageerde niet meer. Ik stuurde het kind, dat bij de moeder slap in de armen lag, acuut naar het ziekenhuis, nog niet bekend met deze bijwerking. Ook in het ziekenhuis werd de wegraking niet gekoppeld aan het metoclopramidegebruik, maar werd deze als koortsstuip geduid, hoewel er geen stuipen waren (het kind was steeds slap en apathisch geweest en had geen trekkingen gehad) en de koorts niet boven de 38,0°C was geweest. Jaren later las ik één van de genoemde publicaties over de bijwerking van dit centraal werkend anti-emeticum.1

De 2e en de 3e maal dat ik het beeld zag, was in de waarneming. Ook toen kwam het voor bij jonge kinderen die wegens gastro-enteritis metoclopramide hadden gekregen. Inmiddels herkende ik het beeld, maar de geconsulteerde kinderarts kende deze bijwerking niet. Dit is verklaarbaar doordat metoclopramide in de eerste lijn vaker gebruikt wordt dan in de tweede.

Ook uit andere publicaties blijkt dat de beschreven bijwerking kan optreden bij normale dosering. Het kritisch zijn bij het voorschrijven dan wel het staken van het middel is de enige goede ‘therapie’. Inmiddels heb ik het uit mijn prescriptiearsenaal verwijderd. Bij braken en misselijkheid zonder verschijnselen die duiden op ernstige ziekten worden in de eerste lijn anti-emetica op jonge leeftijd regelmatig toegepast. Als een arts dergelijke medicatie verkiest boven een rehydratieadvies, moet hij of zij zich bewust zijn van de kans op deze zeldzame, maar indrukwekkende bijwerking.

P. Habets
Literatuur
  1. Poorter ME, Wolf BHM, Woltil HA. Een ‘zetpilletje tegen het spugen’. [LITREF JAARGANG="1997" PAGINA="665-6"]Ned Tijdschr Geneeskd 1997;141:665-6.[/LITREF]

  2. Pape K. Extrapyramidale verschijnselen door metoclopramide (Primperan). Ned Tijdschr Geneeskd [LITREF JAARGANG="1973" DEEL="1" PAGINA="898" VOLGNR="1"]1973;117:898.[/LITREF]

  3. Meyboom RHB, Huijbers WAR. Acute extrapiramidale bewegingsstoornissen bij jonge kinderen en bij volwassenen tijdens het gebruik van domperidon. [LITREF JAARGANG="1988" PAGINA="1981-3"]Ned Tijdschr Geneeskd 1988;132:1981-3.[/LITREF]