Epileptische insulten, herseninfarct en rhabdomyolysis als complicaties van amfetaminegebruik

Klinische praktijk
R.M.J.A. Roebroek
J.J. Korten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:205-7
Abstract

Samenvatting

Bij een 16-jarige jongen met acute gegeneraliseerde epileptische insulten werden een herseninfarct en rhabdomyolysis vastgesteld. De urine was positief voor amfetamine. Patiënt had het gebruik van drugs aanvankelijk verzwegen. Hij herstelde en werd ontslagen na 9 dagen. Het gebruik van ‘ecstasy’ (methyleendioxymetamfetamine) en andere amfetaminederivaten onder jongeren is de laatste jaren sterk toegenomen. Zelden wordt uit eigen beweging over het gebruik van deze zogenaamde ‘recreational drugs’ gesproken.

Auteursinformatie

Maasland Ziekenhuis, afd. Neurologie, Postbus 5500, 6130 MB Sittard.

R.M.J.A.Roebroek, assistent-geneeskundige (thans: Neurologische Universitätsklinik St. Josef-Hospital, Bochum, Duitsland); dr.J.J.Korten, neuroloog.

Contact dr.J.J.Korten

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

R.M.J.A.
Roebroek

Sittard, juni 1996,

Onlangs werd de in onze casuïstische mededeling beschreven patiënt opnieuw opgenomen met een soortgelijk klinisch beeld (1996;205-7). Tijdens deze opname nam zijn vader contact met ons op en toonde een lijst met geneesmiddelen die hij niet mocht innemen vanwege een bepaalde aandoening. Een broer van hem (van de vader dus) zou dezelfde aandoening hebben. Navraag bij de huisarts bevestigde ons vermoeden: (acute intermitterende) porfyrie. Analyse van de urine van onze patiënt toonde een verlaagde porfobilinogeen (PBG)-deaminaseactiviteit (45 pmol/mg, referentiewaarde ≥ 65 pmol/mg) en normale waarden voor de diverse porfyrinen.

Acute intermitterende porfyrie (AIP) is een autosomaal dominant erfelijke aandoening met lage penetrantie, die ontstaat als gevolg van een deficiëntie van het enzym PBG-deaminase. De activiteit van dit deficiënte enzym is meestal 50% van normaal, consistent met de heterozygote status van de getroffen individuen. Ongeveer 90% van de personen met deze enzymdeficiëntie krijgt geen klinische of biochemische afwijkingen. De frequentie wordt geschat op circa 1,5 per 100.000. Klinische expressie wordt meestal uitgelokt door omgevingsfactoren zoals gebruik van medicijnen of drugs. Het klinische beeld omvat behalve viscerale symptomen (buikpijn, misselijkheid, braken. obstipatie of diarree) vooral neurologische (epileptische insulten, spierzwakte, sensibiliteitsstoornissen) en psychiatrische symptomen (angst, rusteloosheid, depressie, hallucinaties, paranoia) als uitingen van een (autonome en perifere) neuropathie of encefalopathie. Het pathogenetisch mechanisme is nog niet volledig opgehelderd. Een metabole stoornis door overproductie (PBG, β-aminolevulinezuur (ALA), tryptofaan) en (of) deficiëntie (haem, haem-intermediaren) is waarschijnlijk.1

Amfetaminen behoren tot de groep geneesmiddelen die een acute aanval van porfyrie kunnen uitlokken, volgens gegevens verkregen bij raadpleging van een online-database (Micromedex, Denver, USA) op het onderwerp ‘drug induced porphyrias’. De epileptische insulten bij onze patiënt kunnen hiervan een uiting zijn. Dit werpt een nieuw licht op de hypodensiteit op de CT-scan van het cerebrum. Cerebrale afwijkingen tijdens een aanval van AIP zijn eerder beschreven.2 Cerebrale vasospasmen worden als oorzaak hiervan beschouwd.23

Het lacunaire infarct kan dus zowel door de aanval van AIP als door het amfetaminederivaat veroorzaakt zijn. Rabdomyolyse kan niet in verband worden gebracht met AIP,1 zoals bleek bij een zoekactie in Medline (1991-1996) op deze combinatie.

R.M.J.A. Roebroek
J.J. Korten
Literatuur
  1. Kappas A, Sassa S, Galbraith RA, Nordmann Y. The porphyrias. In: Scriver CR, Beaudet AL, Sly WS, Valle D, editors. The metabolic and molecular bases of inherited disease. 7th ed. New York: McGraw-Hill, 1995:2103-59.

  2. King PH, Bragdon AC. MRI reveals multiple reversible cerebral lesions in an attack of acute intermittent porphyria. Neurology 1991; 41:1300-2.

  3. Black KS, Mirsky P, Kalina P, Greenberg RW, Drehobl KE, Sapan M, et al. Angiographic demonstration of reversible cerebral vasospasm in porphyric encephalopathy. AJNR Am J Neuroradiol 1995; 16:1650-2.

Hoogeveen, februari 1996,

Gaarne willen wij enkele aanvullende opmerkingen plaatsen met betrekking tot de boeiende casuïstische mededeling van Roebroek en Korten (1996;205-7). Aan de hand van een neurologische casus stellen de auteurs dat bij jonge mensen met ongewone ziektebeelden naar een amfetamine-intoxicatie gezocht dient te worden, een stelling die wij gaarne verder inkleuren.

Een potentieel fatale complicatie van amfetaminegebruik is het acute myocardinfarct. Hierover zijn enkele Engelstalige publicaties verschenen.1-5 In één hiervan wordt een patiënt beschreven, die in het acute stadium coronairangiografie onderging.2 Hierbij werd een trombus in een coronairarterie geconstateerd, op grond waarvan de auteurs speculeren over een interactie tussen spasme en trombus als pathogenetisch mechanisme. In de andere publicaties ondergingen de patiënten in een later stadium coronairangiografie, die bij allen normale coronairarteriën liet zien.

Verklaringen voor myocardinfarcering bij amfetaminegebruik omvatten vasospasme, excessieve catecholamine-uitstorting resulterend in myocardnecrose en door catecholaminen geïnduceerde plaatjesaggregatie met trombusvorming.1-5

Indien een jonge patiënt met een laag risico voor vasculaire aandoeningen gezien wordt wegens een cerebrovasculair of een coronair accident, moet de arts onzes inziens altijd denken aan amfetaminegebruik. Tevens dient hij te beseffen dat na amfetaminegebruik een verhoogde serumactiviteit van creatinekinase (CK) niet alleen verklaard hoeft te worden door de bijdrage vanuit de skeletspier, zoals bij rhabdomyolysis: behalve versterf van hersenweefsel kan ook myocardnecrose aan de verhoging van de CK-activiteit in het serum bijdragen. Gericht onderzoek hiernaar (zoals ECG, bepaling van iso-enzymen, eventueel echocardiografie) is dan ook op zijn plaats.

E. Hofland
C.G.K.M. Fauser
Literatuur
  1. Ragland AS, Ismail Y, Arsura EL. Myocardial infarction after amphetamine use. Am Heart J 1993;125:247-9.

  2. Bashour TT. Acute myocardial infarction resulting from amphetamine abuse: a spasm-thrombus interplay? Am Heart J 1994;128:1237-9.

  3. Carson P, Oldroyd K, Phadke K. Myocardial infarction due to amphetamine. BMJ 1987;294:1525-6.

  4. Furst SR, Fallon SP, Reznik GN, Shah PK. Myocardial infarction after inhalation of methamphetamine [letter]. N Engl J Med 1990;323:1147-8.

  5. Packe GE, Garton MJ, Jennings K. Acute myocardial infarction caused by intravenous amphetamine abuse. Br Heart J 1990;64:23-4.