Samenvatting
Doel
Evaluatie van de eerste resultaten van het implanteren van endovasculaire stents voor de behandeling van (rest)stenosen in de pulmonalistakken bij patiënten met aangeboren hartafwijkingen.
Plaats
Kinderhartcentrum, Academisch Ziekenhuis, Nijmegen.
Opzet
Descriptief evaluatieonderzoek.
Methode
Bij 9 patiënten van gemiddeld 16 jaar oud (uitersten: 5-24) werden gegevens over lichamelijke toestand, hartcatheterisatieangiografie en longperfusiescan verzameld vóór en na stent-implantatie, waarbij met name aandacht werd besteed aan de longperfusiescan als graadmeter.
Resultaten
Een patiënt overleed 4 maanden na de ingreep, waarschijnlijk aan een ritmestoornis. Het bleek dat het resultaat van een intravasculaire stent niet goed te meten was aan de hand van verbetering van de algemene toestand van de patiënt, daar vaak ook een duidelijke pulmonalisklepinsufficiëntie als beperkende factor aanwezig was. Angiografisch was het resultaat steeds goed (behalve in een geval met een knik in de stent), en meestal was het goed te objectiveren op de longperfusiescan: de relatieve perfusie (als percentage van de totale perfusie) van de aangedane long nam toe van 22,7 (SD: 10,8) tot 38,6 (12,3) (p ≤ 0,001).
Conclusie
Percutane implantatie van een endovasculaire stent in de pulmonalistakken is een goed alternatief, wanneer reconstructieve hartchirurgie moeilijk of onmogelijk is. Voor de evaluatie is longperfusiescintigrafie een weinig belastende en objectieve graadmeter.
Reacties