Samenvatting
Intestinale endometriosis is vaak een diagnostisch en therapeutisch probleem. Wanneer de aandoening in het rectum is gelokaliseerd, zijn de bevindingen bij het lichamelijk onderzoek soms zeer suggestief voor een maligniteit. Een grondige anamnese met een grote mate van klinische alertheid is noodzakelijk om de juiste diagnose op het spoor te komen. Van belang is het cyclisch karakter van de symptomen. Bij 2 patiënten met rectale endometriosis externa, vrouwen van 45 en 24 jaar, werd uiteindelijk met succes een chirurgische ingreep verricht. Van hormonale therapie mag bij een aantal patiënten succes worden verwacht, maar chirurgie neemt hetzij primair hetzij secundair een belangrijke plaats in bij de behandeling.
artikel
Inleiding
Eén van de goedaardige afwijkingen die in het rectum en in het rectovaginale septum een rectumcarcinoom volledig kunnen imiteren, is endometriosis externa.1-5 Wij beschrijven 2 patiënten met deze diagnostisch en therapeutisch moeilijke aandoening in het rectum.
Ziektegeschiedenissen
Patiënt A, een 45-jarige vrouw, werd door de huisarts verwezen voor analyse van proctologische klachten. Sinds 5 maanden was er sprake van een verandering in haar defecatiepatroon. Zij klaagde over regelmatige obstipatie met vervolgens potlood-dunne faeces en loze aandrang. Bloedverlies was niet opgemerkt. De anamnese met betrekking tot de tractus urogenitalis bracht geen afwijkingen aan het licht. Bij rectaal en vaginaal toucher werd op 5 cm ab ano een vaste massa gevoeld, vrijwel circulair in het rectum met fixatie aan de omringende structuren. Bij rectoscopie werd een niet te passeren stenose gevonden, passend bij een rectumcarcinoom. Biopten waren histopathologisch negatief voor carcinoom, maar werden als niet representatief beschouwd. Een coloninloopfoto liet een typisch klokhuisfenomeen zien (figuur 1), terwijl een computertomogram (CT-scan) een weefseltoename toonde in het rectum die slecht afgrensbaar was ten opzichte van de uterus (figuur 2).
Op grond van de klinische gegevens werd de diagnose ‘gefixeerd rectumcarcinoom’ gesteld. Onderzoek naar metastasen op afstand door middel van een thoraxfoto en echografisch onderzoek van de lever gaven negatieve bevindingen. Ter voorkoming van passageproblemen werd bij de zeer ernstige vernauwing van het rectum profylactisch een dubbelloops anus praeternaturalis op het colon transversum aangelegd. Patiënte werd daarop verwezen voor preoperatieve radiotherapie. Omdat de diagnose ‘rectumcarcinoom’ niet histologisch vaststond, werd in ons centrum verdere diagnostiek verricht ter verkrijging van histologisch bewijs – de radiotherapie had nog niet plaatsgevonden. Zes weken na het aanleggen van de anus praeternaturalis bleek de gelobde stenose passeerbaar te zijn (geworden) met een overliggend slijmvlies dat een normaal aspect had. Meerdere biopten in meerdere sessies genomen werden bij histopathologische beoordeling steeds getypeerd als ‘ontstekingsweefsel met mogelijk het beeld van een colitis cystica profunda’. Een echo-endografie mislukte.
Na rijp beraad werd besloten een hernieuwde laparotomie met vriescoupeonderzoek te verrichten. Met een technisch lastige ingreep werd daarop een lage anterieure resectie uitgevoerd. Het postoperatieve beloop was behoudens blaasontledigingsproblemen ongestoord. Het pathologisch-anatomisch onderzoek wees uit dat de op carcinoom lijkende afwijking een uitgebreide endometriosis externa in het perirectale weefsel betrof. Drie maanden nadien kon de anus praeternaturalis worden opgeheven.
Patiënt B, een 24-jarige vrouw, bezocht elders de polikliniek Gynaecologie wegens ongewenste kinderloosheid. Zij had al geruime tijd onderbuiksklachten in de vorm van vage pijn. Bij het lichamelijk onderzoek werd een tumor gevoeld in het septum rectovaginale, uitpuilend in het rectum. Bij rectoscopie werd op 6 cm ab ano een tumor gevonden met gemakkelijk bloedend normaal slijmvlies eroverheen. Biopten lieten een beeldzien passend bij endometriosis externa. Bij een diagnostische laparoscopie werden nog andere lokalisaties van endometriose gevonden, namelijk op de blaas, op beide ligamenta lata uteri en op de rechter bekkenwand. Patiënte kreeg danazol voorgeschreven gedurende 1 jaar, waarop de tumor in grootte afnam.
Patiënte werd daarop zwanger en beviel van een gezond kind. Spoedig daarop werd zij opnieuw zwanger en haar tweede kind kwam per sectionem caesaream ter wereld. De eerste menstruatie nadien, patiënte was inmiddels 28 jaar, ging gepaard met rectaal bloedverlies en pijn uitstralend naar het rechter been. Bij rectaal toucher was er weer sprake van een tumor in het septum, terwijl biopten een beeld lieten zien van nodulair polypeus weefsel met lymfoïde lymfoplasie. Patiënte kreeg een combinatiepreparaat met een oestrogeen en een progestageen (Microgynon) voorgeschreven. Bij menstruatie bleef er sprake van rectaal bloedverlies en uitstralende pijn naar het rechter been. Tussen de menses had patiënte geen klachten. Het gezwel nam in grootte toe en de defecatie werd bemoeilijkt. Vanwege toenemende onzekerheid over het te volgen beleid werd patiënte naar ons centrum verwezen.
Bij rectaal toucher werd een grote tumor gepalpeerd met fixatie aan de rechter bekkenwand. Het slijmvlies bleek er bij endoscopie nog steeds normaal uit te zien en biopten bevatten geen maligniteit. Besloten werd tot resectie na voorbehandeling met gosereline, een luteïniserend-hormoon-‘releasing’-hormoon (LHRH)-analogon, ter verkleining van de tumor. Het gezwel leek inderdaad na 3 maanden behandeling in grootte te zijn afgenomen en in mobiliteit te zijn toegenomen.
Vijf jaar na het stellen van de oorspronkelijke diagnose vond een lage anterieure rectumresectie plaats wegens een niet van het rectum te scheiden afwijking in het septum, terwijl de vagina-achterwand wel van het gezwel los te prepareren was. Een ontlastende anus praeternaturalis werd gelegd op het colon transversum. Het postoperatieve beloop was ongestoord. Het pathologisch-anatomisch onderzoek liet tussen het spierweefsel van het rectum bindweefsel zien met vele endometrosishaarden. De anus praeternaturalis werd 3 maanden later gesloten.
Beschouwing
Het stellen van de diagnose ‘endometriosis externa’ van het rectum is uitermate moeilijk. Een grondige anamnese met een grote mate van klinische alertheid is daarvoor nodig. De fysische diagnostiek is maar in zeer beperkte mate richtinggevend.
Endometriosis is een abnormale groei van endometriumweefsel buiten het cavum uteri. Van alle menstruerende vrouwen heeft 8-15 in enige mate last van endometriosis.12 Het ectopische endometriumweefsel komt meestal voor op het bekkenperitoneum en de inwendige voortplantingsorganen, maar kan ook op andere intra- en extraperitoneale plaatsen voorkomen, onder andere door verplaatsing via veneuze en lymfatische kanalen.2-5 Betrokkenheid van de darm is meestal asymptomatisch.5 De frequentst aangedane darmgedeelten zijn het rectosigmoïd, de appendix en het ileum.235 De betrokkenheid van de dikke darm bij endometriosis komt vooral voor (hoewel niet exclusief) bij menstruerende vrouwen rond het 40e levensjaar.36 De endometriose kan zeer beperkt op één plaats in de darm voorkomen of meer diffuus, waarbij de gehele darm omgeven wordt. Het endometriumweefsel kan de darmwand invaderen, maar bereikt gewoonlijk de mucosa niet.
Endometriosis is een goedaardige afwijking, maar kan abdominale structuren volledig deformeren.2 Omdat het cyclisch afgestoten bloed en weefsel vaak niet kunnen ontsnappen, ontstaat een ontstekingsreactie met fibrosering van de darmwand, stenosering en obstructie. Totale obstructie is zeldzaam.56 Vooral de meer chronische vorm kan moeilijk te onderscheiden zijn van een maligniteit.27 Het meest voorkomende symptoom van intestinale endometriosis waarmee de patiënt zich aandient is recidiverende krampende buikpijn.356 Symptomen zijn soms cyclisch van aard,78 zoals bij patiënte B. Betrokkenheid van het distale deel van het colon en het rectum leidt tot obstipatie, diarree, pijn tijdens defecatie, tenesmi ad anum, verandering van het kaliber van de faeces en opzetten van de buik. Rectaal bloedverlies komt zelden voor.7-9 Er zijn vaak gynaecologische klachten volgens de literatuur, met name dysmenorroe, dyspareunie en onverklaarde infertiliteit.26-11 Ongewenste kinderloosheid was bij patiënte B de reden om een arts te raadplegen.
In geval van lokalisatie in het rectum wordt bij rectaal en vaginaal onderzoek een tumor gevonden. Ook kunnen pijnlijke knobbels gevonden worden in het kleine bekken alsmede verdikking van de ligamenta lata en het peritoneum van de excavatio recto-uterina (Douglasi). Bariumonderzoeken laten soms typische extrinsieke compressie zien met een vullingsdefect of strictuur. Bij endoscopisch onderzoek wordt een vernauwing gevonden of een niet te passeren stenose met een gewoonlijk intact, hoewel soms rood en gestuwd slijmvlies. De diagnose ‘endometriosis’ is echter moeilijk op grond van biopten te stellen. Vaak wordt alleen normale mucosa aangetroffen.35-7 De diagnose was ook bij patiënte A niet op grond van de biopten te stellen. Computertomografie, kernspintomografie,9 en echo-endografie,11 kunnen aanvullende informatie geven over de lokale uitbreiding. Laparoscopie kan inzicht geven over de intraperitoneale uitbreiding.9
Chirurgie heeft een belangrijke plaats in de behandeling van endometriose van het rectum. Als de diagnose niet preoperatief gesteld is, is chirurgie nodig ter verkrijging van beter materiaal voor histologisch onderzoek. Vriescoupeonderzoek gedurende de laparotomie moet plaatsvinden om onnodig radicale chirurgie te voorkomen. Resectie van het aangedane darmgedeelte dient in ieder geval te geschieden. Wanneer de diagnose wel zonder laparotomie gesteld is, kan bij in een vroeg stadium gediagnostiseerde afwijkingen enig succes worden verwacht van hormonale therapie. Het meest gebruikte hormoonpreparaat is danazol, een synthetisch steroïd met belangrijke antigonadotrofe eigenschappen.36 Ook bij patiënte B werd dat gebruikt. Recentelijk is het gebruik van LHRH-analoga succesvol gebleken bij een aantal patiënten.10 Diep gesitueerde afwijkingen lijken echter niet voldoende te reageren op hormonale therapie,3712 zodat secundaire chirurgie vaak nodig is. Bij lang bestaande endometriosis ontstaat door fibrosering en stenosering een irreversibele situatie, die alleen chirurgisch kan worden opgelost. Een proefbehandeling van 3 maanden met een LHRH-analogon is aan te bevelen om het proces in een inactief stadium te brengen, waardoor sparender chirurgie wellicht mogelijk wordt. Afhankelijk van de leeftijd van de patiënte, haar endocriene situatie en haar wensen ten aanzien van het nog krijgen van kinderen zou de darmresectie aangevuld kunnen worden met extirpatie van uterus en adnexa.212
Literatuur
Ranney B. Etiology, prevention, and inhibition ofendometriosis. Clin Obstet Gynecol 1980; 23: 875-82.
Croom RD, Donovan ML, Schwesinger WH. Intestinalendometriosis. Am J Surg 1984; 148: 660-7.
Keane TE, Peel ALG. Endometrioma: an intra-abdominaltroublemaker. Dis Colon Rectum 1990; 33: 963-5.
Burns FJ. Endometriosis of the intestines. Dis ColonRectum 1967; 10: 344-6.
Williams TJ, Pratt JH. Endometriosis in 1000 consecutiveceliotomies: incidence and management. Am J Obstet Gynecol 1977; 129:245-50.
Collin GR, Russell JC. Endometriosis of the colon. Itsdiagnosis and management. Am Surg 1990; 56: 275-9.
Meyers WC, Kelvin FM, Jones SR. Diagnosis and surgicaltreatment of colonic endometriosis. Arch Surg 1979; 114: 169-75.
Levitt MD, Hodby KJ, Merwyk AJ van, Glancy RJ. Cyclicalrectal bleeding in colorectal endometriosis. Aust NZ J Surg 1989; 59:941-3.
Chen TF, St John Collier D, Everett WG, Dixon AK.Endometriosis of the recto-vaginal septum treated by anterior resection. AnnChir Gynaecol 1989; 78: 324-6.
Stahl C, Grimes EM. Endometriosis of the small bowel.Case reports and review of the literature. Obstet Gynecol Surv 1987; 42:131-6.
St Ville EW, Jafri SZH, Madrazo BL, Mezwa DG, Bree RL,Rosenberg BF. Endorectal sonography in the evaluation of rectal andperirectal disease. AJR 1991; 157: 503-8.
Perry EP, Peel AL. The treatment of obstructingintestinal endometriosis. J R Soc Med 1988; 81: 172-3.
(Geen onderwerp)
Rotterdam, juli 1993,
Het artikel van Van Ooijen, Henzen-Logmans en Wiggers heeft ons zeer geboeid (1993; 1102-5). Het stellen van de diagnose ‘darmendometriosis’ kan in velerlei gevallen lastig zijn. Wij menen echter dat het ziektebeeld van de endometriosis van het rectum minder moeilijk is. Bij klinische alertheid, zeer specifieke anamnese en vaststelling bij onderzoek dat het slijmvlies intact is, is rectumendometriosis vrijwel zeker. Van Ooijen et al. stellen dat chrirurgie een belangrijke plaats heeft bij de behandeling van deze aandoening. Zij gaan er in hun artikel van uit dat de laparotomie zowel ‘pro diagnose’ als voor verdere therapie de voorkeur heeft.
In de jaren tachtig hebben wij ook 2 patiënten met een rectumendometriosis behandeld; zij waren verwezen via de afdeling Gynaecologie. Bij de ene patiënt was er een vrijwel circulair tumorproces en bij de andere een semi-circulair. Beide afwijkingen bevonden zich op ongeveer 4 cm van de anus met een lengte van 3-5 cm. Evenals Collin en Russell zijn wij van mening dat in het algemeen de darmendometriosis operatief behandeld moet worden.1 Indien er zwaarwegende argumenten tegen operatieve behandeling zijn, kan de voorkeur aan medicamenteuze behandeling gegeven worden. Wij hebben de beide patiënten geopereerd, maar – in tegenstelling tot Van Ooijen et al. via de posterieure benadering. Gaarne willen wij de aandacht vestigen op deze benadering volgens Kraske,2 een methode die enigszins in de vergetelheid is geraakt, maar zich bij uitstek leent voor lokale rectumchirurgie. De posterieure benadering volgens Kraske geeft na verwijdering van het os coccygis en eventueel de 5e en de 4e sacrale wervel een excellente expositie van het rectum. Lokale excisie dan wel kleine rectumresecties zijn technisch goed mogelijk, waarbij het gebruik van een mechanisch nietapparaat de procedure vergemakkelijkt. Het zal duidelijk zijn dat de ingreep voor de patiënt beduidend minder ingrijpend is dan de zeer lage anterieure resecties. Naar onze mening verdient de lokale benadering van benigne rectumaandoeningen en dus ook de typische rectum-endometriosis opnieuw de aandacht die Kraske in 1885 ervoor vroeg.
Collin GR, Russell JC. Endometriosis of the colon. Its diagnosis and management. Am Surg 1990; 56: 275-9.
Kraske P. Zur Exstirpation hochfitzender Mastdarmkrebse. Verhandlungen der Deutschen Gesellschaft für Chirurgie 1885; 14: 464-74.