Samenvatting
-
Carotisendarteriëctomie (CEA) heeft zijn waarde bewezen in de behandeling van patiënten met een recente symptomatische, significante stenose in de A. carotis interna.
-
Percutane transluminale angioplastiek met stentplaatsing (kortweg: ‘stentplaatsing’) biedt een alternatief voor CEA.
-
In 9 prospectief gerandomiseerde studies en 11 meta-analyses werden de resultaten vergeleken van CEA en stentplaatsing bij patiënten met een symptomatische significante carotisstenose. Vrijwel al deze studies lieten zien dat stentplaatsing niet beter is dan CEA.
-
Volgens de 4 grootste en recentste studies op dit gebied is het risico op een CVA of overlijden binnen 30 dagen na de interventie aanzienlijk hoger bij stentplaatsing dan bij CEA.
-
Op de langere termijn lijken de resultaten van stentplaatsing en CEA vergelijkbaar.
-
CEA blijft de gouden standaard voor de behandeling van symptomatische carotisstenose, in elk geval voor patiënten ouder dan 70 jaar.
Carotisendarteriectomie
In de editie van het NTVG februari 2011, wordt de behandeling van carotislijden uitvoerig beschreven, echter een niet onbelangrijke populatie van patiënten wordt niet besproken, namelijk diegenen met gecombineerd significant carotis- en coronair lijden. Herseninfarct blijft één van de majeure complicatie tijdens cardiale chirurgie (CABG) met een absolute incidentie van 2%. Ernstig carotislijden wordt geassocieerd met een viervoudige stijging van het risico op een perioperatief herseninfarct na CABG. Sinds 1998 worden in het St.-Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein patiënten met dergelijk gecombineerd vaatlijden behandeld middels een carotis stentplaatsing (CAS) voorafgaand CABG.1 Dit geldt zowel voor de neurologisch symptomatische als de asymptomatische patiënten met bilaterale ernstige carotisstenose. Bij het merendeel van deze patiënten is er sprake van verminderde cerebrale autoregulatie. Hierdoor worden de hersenen tijdens de extracorporele circulatie meer kwetsbaar voor enerzijds hypoperfusie, mede in de hand gewerkt door de ispilaterale stenose en anderzijds voor atheroembolen afkomstig vanuit om het even welk vaatbed. Bovendien veroorzaakt embolisatie een cumulatief schadelijk effect in een reeds gehypoperfundeerd brein. Door de carotis revascularisatie kan men dit fenomeen gedeeltelijk omkeren.
Aangezien de patiënten tot de hoog risico groep behoren voor carotisendarterectomie (CEA), wordt er in ons centrum, onderbouwd door de resultaten uit SAPPHIRE,2 gekozen voor CAS voorafgaand aan CABG. Daarenboven blijkt nu ook aangetoond in recente literatuur (CREST,3 zie ook Meerwaldt .NTVG febr 2011) dat bij patiënten met geïsoleerd carotislijden de kans op een myocardinfarct kleiner is na CAS dan na CEA. Ook al lijdt myocardschade niet altijd tot onmiddellijke daling van de kwaliteit van leven, toch is er wel een substraat gecreëerd voor latere levensbedreigende ventriculaire arrytmieën. Het is dan ook voor de hand liggend om bij mensen die reeds instabiel coronair lijden vertonen, de carotis pathologie te behandelen, indien nodig en technisch mogelijk, middels CAS.
Jan Van der Heyden , Herbert W. Plokker en Maarten, Jan Suttorp,
1. Van der Heyden J, Suttorp MJ, Bal ET,et al. Staged Carotid Angioplasty and Stenting followed by Cardiac Surgery in Patients with Severe Asymptomatic Carotid Artery Stenosis: Early and Long-Term Results. Circulation.2007;116(18):2036-42.
2. Gurm HS, Yadav JS, Fayad P, et al. SAPPHIRE Investigators.Long-term results of carotid stenting versus endarterectomy in high-risk patients.N Engl J Med. 2008;358:1572-9.
3. Brott TG, Hobson RW 2nd, Howard G, Roubin GS.et al. Stenting versus endarterectomy for treatment of carotid-artery stenosis.N Engl J Med. 2010;363:11-23.