Rectificatie
Op dit artikel is de volgende verbetering gekomen:
In figuur 2 zijn de lijnen van het GLI en GOLD omgedraaid. De gecorrigeerde figuur staat hieronder.
Samenvatting
Doel
Vaststellen welke veranderingen optreden in de beoordeling van resultaten van spirometrisch onderzoek door overgang van referentiewaarden voor kinderen (Zapletal) en volwassenen (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, EGKS) naar die van het Global Lung Function Initiative (GLI).
Opzet
Retrospectief onderzoek.
Methode
We analyseerden de spirometrische gegevens geforceerd expiratoir volume in 1 s (FEV1) en geforceerde vitale capaciteit (FVC), verkregen vóór en na bronchusverwijding, bij 1012 patiënten van 6-17 jaar (47,1% meisjes) en 4653 volwassen patiënten (18-91 jaar, 48,6% vrouwen). Op grond van de ondergrens van voorspelde waarden werd de prevalentie van luchtwegobstructie (FEV1/FVC-ratio < P5) en een abnormaal lage FVC (FEV1/FVC-ratio > 0,85, FVC < P5) berekend voor 9 groepen patiënten. Luchtwegobstructie werd ook geclassificeerd op basis van het criterium van het Global Initiative for Chronic Obstructive Lung Disease (GOLD): FEV1/FVC-ratio < 0,70.
Resultaten
De voorspelde waarden van de EGKS en Zapletal waren te laag voor FEV1 en FVC. De prevalentie van spirometrisch vastgestelde luchtwegobstructie op basis van de 3 voorspellingsformules verschilde weinig; een abnormaal lage FVC werd wat vaker waargenomen, vooral bij jongere volwassenen. GOLD-gedefinieerde luchtwegobstructie leidde tot 13,5% onderdiagnostiek bij patiënten jonger dan 45 jaar, en tot circa 33% overdiagnostiek bij ouderen, met een sterke leeftijdsafhankelijkheid.
Conclusie
De prevalentie van spirometrisch vastgestelde luchtwegobstructie verandert weinig door invoering van de GLI-referentiewaarden. Het GOLD-criterium voor luchtwegobstructie leidt tot onderdiagnostiek van luchtwegobstructie onder de 45 jaar, en tot aanzienlijke overdiagnostiek bij ouderen. Gebruik van z-scores maakt de interpretatie van meetgegevens onafhankelijk van leeftijd, lengte, geslacht en etnische groep en maakt ze klinisch valide.
Reacties