Effecten van orale anticonceptiva van de tweede en de derde generatie op de hemostase

- Use of oral contraceptives induce changes in haemostatic parameters: changes occur in the procoagulant, anticoagulant, and fibrinolytic systems.

- The increased risk of venous thromboembolism with use of third, as compared with second generation oral contraceptives, found in epidemiological studies, has stimulated new research in haemostatic changes induced by both generations of oral contraceptives.

- A randomized crossover study showed that use of the third generation pill caused a greater increase of factor VII and prothrombin and a more pronounced decrease of factor V than the second generation pill.

- Acquired resistance to activated protein C (APC) was induced more strongly by preparations of the third than by those of the second generation.

- The concentration of protein S decreased markedly exclusively during use of the third generaton pill, while it did not change during use of the second generation pill.

- The oral contraception-related effects on the anticoagulant system strongly resemble those of some forms of hereditary thrombophilia.

- If a woman with hereditary APC resistance (caused by factor V Leiden) uses oral contraceptives as well, and especially when she uses those of the third generation, she is subject to a considerable increase of the risk of venous thrombosis and becomes even more resistant to the anticoagulant action of protein C.

- In view of the epidemiological backgrounds of the difference in risk of thrombosis between second and third generation contraceptives, the second generation pill is recommended as the first choice for oral contraception.

Samenvatting

- Het gebruik van orale anticonceptiva heeft invloed op de hemostase: veranderingen treden op in het procoagulante, het anticoagulante en het fibrinolytische systeem.

- De epidemiologisch aangetoonde sterkere stijging van het risico op veneuze trombo-embolie bij gebruik van orale anticonceptiva van de derde generatie, ten opzichte van die van de tweede generatie, heeft geleid tot een hernieuwd onderzoek naar de hemostatische veranderingen bij gebruik van beide soorten anticonceptiva.

- In een gerandomiseerd en gekruist onderzoek gaf het gebruik van de derdegeneratiepil, vergeleken met de tweedegeneratiepil, een sterkere toename te zien van factor VII en protrombine, en een uitgesprokener daling van factor V.

- Verworven geactiveerd-proteïne-C(APC)-resistentie werd in veel sterkere mate door preparaten van de derde dan door die van de tweede generatie veroorzaakt.

- De concentratie van proteïne S bleek uitsluitend sterk te dalen bij gebruik van de derdegeneratiepil, en niet te veranderen tijdens gebruik van de tweedegeneratiepil.

- De met orale anticonceptiva samenhangende effecten op het anticoagulante systeem lijken erg op die van sommige vormen van erfelijke trombofilie.

- Indien een vrouw met erfelijke APC-resistentie (als gevolg van factor V Leiden) ook orale anticonceptiva gebruikt, en vooral wanneer zij die van de derde generatie gebruikt, wordt zij blootgesteld aan een aanzienlijke toename van het risico op veneuze trombose en wordt zij nog resistenter tegen de stollingremmende werking van proteïne C.

- Op grond van de epidemiologische achtergronden van het verschil in tromboserisico tussen orale anticonceptiva van de tweede en de derde generatie beveelt men voor orale anticonceptie een tweedegeneratiepil als eerste keus aan.