Samenvatting
Echografisch onderzoek van het heupgewricht bij zuigelingen is een eenvoudig, gemakkelijk reproduceerbaar en niet belastend onderzoek. Met de methode die door Graf werd beschreven, werden 55 kinderen behalve met het gerichte lichamelijke en röntgenonderzoek, echografisch onderzocht op heupdysplasie en (sub)luxatie. De methode lijkt betrouwbare informatie te kunnen geven over de ontwikkeling van het heupgewricht in vergelijking met het röntgenonderzoek. Van de 110 heuponderzoeken werd 11 maal de röntgendiagnose dysplasie gesteld, steeds overeenkomend met het echografische type II; 10 maal werd de diagnose lateralisatie c.q. subluxatie gesteld, overeenkomend met 9 maal het echografische type IIIa en 1 maal type IIIb. Er waren 1 fout-negatief en 3 fout-positieve uitslagen. Het echografische onderzoek lijkt een vaste plaats te zullen krijgen in de opsporing van heupontwikkelingsstoornissen, en mogelijk als screeningmethode.
Reacties