Vanaf het prille begin in de medische geschiedenis werden zuurneutraliserende middelen gebruikt ter bestrijding van dyspeptische en aan reflux gerelateerde klachten. Nog niet zo lang geleden waren antacida ook in de gastro-enterologische praktijk de hoeksteen van de therapie bij aandoeningen van de bovenste tractus digestivus. Een der krachtigste antacida was calciumcarbonaat (CaCO3). Theoretisch is 1 mol CaCO3 in staat 2 mol HCl te neutraliseren, waarbij calciumchloride CaCl2 en CO2 worden gevormd. Dit was de basis van vele antacidacombinaties, onder andere met magnesiumzouten, om het vermeende, maar nooit overtuigend aangetoonde obstiperend effect van CaCO3 te antagoneren. Talrijke onderzoeken hebben aangetoond dat antacida, gegeven 1 en 3 h na de maaltijd en vóór het slapen gaan, een succesvolle en daarom algemeen aanvaarde therapie waren voor patiënten met een peptisch ulcus of met gastro-oesofageale reflux.1
Nog voordat de H2-receptorantagonisten op grote schaal in de…
Reacties