Eenheid of mozaïek? De ontwikkeling van het denken over plaatsgebondenheid van lichaamsfuncties in de hersenen

Perspectief
J. van Gijn
P.J. Koehler
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:2564-9

Elders in dit nummer staat een bijdrage over de schedelleer van Franz Joseph Gall (1758-1828) en Johann Caspar Spurzheim (1776-1832), later bekend als frenologie. Deze vond zijn weerklank vooral bij de burgerij (het meest in de Verenigde Staten), in veel mindere mate in wetenschappelijke kringen. Toch stond het principe dat bepaalde functies in het lichaam aan bepaalde delen van de hersenen gebonden waren allerminst los van de ontwikkeling in het wetenschappelijk denken.12 Het zicht hierop wordt veelal ontnomen door de karikaturale aspecten van de frenologie, met afzonderlijke hersengebieden voor bijvoorbeeld ‘humor’ of ‘ijdelheid’; ijverige volgelingen gingen nog verder (sommigen onderscheidden bijvoorbeeld het kenmerk ‘republicanisme’) en brachten zelfs lotions op de markt waarmee men bepaalde eigenschappen kon stimuleren.3 Desondanks heeft er wel degelijk een wisselwerking bestaan met de wetenschappelijke vraag of het mogelijk was aan delen van de hersenen een bepaalde gespecialiseerde functie toe te kennen. Voor wie…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Neurologie, Postbus 85.500, 3508 GA Utrecht.

Prof.dr.J.van Gijn, neuroloog.

De Wever Ziekenhuis, afd. Neurologie, Heerlen.

Dr.P.J.Koehler, neuroloog.

Contact prof.dr.J.van Gijn

Verbeteringen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties