Een zucht geeft lucht

Opinie
Joost P.H. Drenth
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:B614

artikel

We houden er zo van in Nederland. We leggen graag alles vast in maat en getal, en het liefst steeds vaker. Als dokter doen we niet anders, we meten de bloeddruk, leggen het gewicht vast, meten het cholesterol, en oh ja dokter, mag het prostaatspecifiek antigeen (PSA) er ook nog bij? Ook onze patiënten willen het graag, want als ‘alles’ is onderzocht, dan zal het wel goed zijn. Maar waarom zouden we alles moeten weten wat we kunnen weten?

Neem COPD. De NHG-Standaard beveelt hierbij regelmatige controle aan van de longfunctie. In dit nummer van het Tijdschrift staat een ontnuchterend relaas van Lisette van den Bemt en collega’s (A2123, bl. 1668). Zij onderzochten of het nauwgezet volgen van de patiënt met longfunctieonderzoek via een huisartsenlaboratorium en het tussentijds aanpassen van de behandeling beter waren dan reguliere zorg. Nee dus. Patiënten zijn net echte mensen: hoewel ze wel braaf naar het longfunctielaboratorium kwamen, deden ze niets met de therapeutische aanbevelingen, gingen ze niet naar de huisarts en deden ze al helemaal niets met de leefstijladviezen. Bovendien was er geen klinisch voordeel voor de COPD-patiënt die regelmatig werd gecontroleerd. Zo’n periodieke controle is dus niets meer dan een rituele dans. Het lijkt me dat we hier maar mee moeten stoppen. Ik hoop dat deze wijsheid ook doordringt bij onze richtlijnenmakers, want anders moeten nog generaties COPD-patiënten (te) regelmatig naar het longfunctielaboratorium.

Ik zie de routinecontroles geregeld terug in allerlei richtlijnen. Op mijn eigen vakgebied wordt bijvoorbeeld aanbevolen om bij patiënten met levercirrose halfjaarlijks een echogram van de lever te maken. Deze patiënten hebben namelijk een verhoogd risico op leverkanker. De hamvraag blijft echter of we hierdoor de kans op overleving van deze patiënten verbeteren. Ik vraag het me af. Als ik in mijn eigen praktijk kijk hoeveel echogrammen ik moet laten maken voordat ik een patiënt met leverkanker opspoor, dan betwijfel ik de effectiviteit van zo’n richtlijn. Onderzoek om aan te tonen of al deze controles wel voordeel voor de patiënten opleveren, is met een lampje te zoeken. Daarom is onderzoek als dat van Lisette van den Bemt en collega’s erg welkom. De uitkomsten zijn belangrijk voor de patiënt, maar ook, en niet in de laatste plaats, voor u als arts.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties