Samenvatting
Een 16-jarig meisje werd in Nederland gestoken door een giftige schorpioen, die in een koffer vanuit Turkije was meegereisd. Hoewel patiënte onmiddellijk met de inmiddels dode schorpioen de afdeling Eerste Hulp bezocht, bleek het buitengewoon moeilijk snel een effectieve behandeling te geven. In Nederland waren slechts 3 ampullen antigif voorradig, die echter voor andere soorten dan de hier bedoelde, gevaarlijke Buthus gibbosus bestemd waren. Uiteindelijk was 16 uur nadat patiënte zich had gemeld antigif beschikbaar, ingevlogen vanuit het Institut Pasteur bij Parijs. Van het antigif hoefde geen gebruik te worden gemaakt, daar patiënte geleidelijk opknapte.
Reacties