Casus
Een 35-jarige primigravida werd bij ruim 20 weken zwangerschapsduur verwezen vanwege een moeilijk visualiseerbaar foetaal caput diep in het bekken. Structureel echografisch onderzoek toonde een uterus in retroflexie en een foetus in stuitligging. Bij vaginaal toucher leek de cervix naar anterior gelegen. Met transvaginale echografie was de cervix niet te visualiseren. Patiënte katheteriseerde zichzelf sinds 3 weken vanwege urineretentie. Er werd afgezien van reponeren, vanwege het risico op complicaties zoals vroeggeboorte. Bij een zwangerschapsduur van 27 3/7 weken werd patiënte opgenomen wegens buikpijn. MRI toonde een uterus incarcerata en bevestigde de eerdere echografische bevindingen (figuur). Er werd gestart met…
Reacties