Samenvatting
Inleiding
Bij een laparoscopische hysterectomie kan de uterus gemorcelleerd (in fragmenten) uit de buikholte verwijderd worden. Hierbij bestaat het risico dat een weefselrestant in de buik achterblijft en opnieuw uitgroeit.
Casus
Wij zagen een 48-jarige patiënte met een uterusextirpatie in de voorgeschiedenis wegens een zwelling in de onderbuik. Bij echografisch onderzoek werd een benigne ogende, solide tumor gezien. Differentiaaldiagnostisch dachten wij aan een ovariële tumor of een leiomyoom. Bij laparoscopie zagen wij een preperitoneale zwelling die laparotomisch verwijderd werd. Het pathologisch-anatomische weefselonderzoek liet het beeld zien van een benigne leiomyoom.
Conclusie
Bij een patiënte met een uterusextirpatie in de anamnese is een myoom niet de meest waarschijnlijke diagnose, maar in dit geval wel de juiste. Door de toename in het gebruik van een morcellator bij laparoscopische uterusextirpatie zal de diagnose ‘parasitair myoom’ steeds vaker worden gesteld. Patienten zullen moeten worden geïnformeerd over het risico hierop.
Reacties