Zie ook de artikelen op bl. 981, 987 en 993.
Dames en Heren,
De laatste decennia is de incidentie van baarmoedermondkanker sterk afgenomen. Dat geldt echter niet voor het adenocarcinoom; daarvan is de relatieve incidentie ten opzichte van het plaveiselcelcarcinoom juist toegenomen, in het bijzonder onder jonge vrouwen.1 2 Het uitstrijkje volgens Papanicolaou is geen goed middel om een adenocarcinoom van de baarmoedermond op te sporen. Bovendien is de aandoening niet eenvoudig vast te stellen met de gebruikelijke colposcopische en histologische diagnostiek. In deze les willen wij het adenocarcinoom van de baarmoedermond onder uw aandacht brengen.
Patiënt A, een 53-jarige postmenopauzale vrouw, para 2, bezocht sinds enkele jaren de polikliniek in verband met afwijkende uitstrijkjes. Aanvankelijk was de uitslag Pap 1, maar op een gegeven moment werd patiënte verwezen wegens ‘Pap 3a2, matige atypie van het endocervicaal cilindrisch epitheel, met “kwaliteit-ontsteking-plaveiselepitheel-andere afwijkingen-cilindrisch epitheel”(KOPAC)-uitslag P1C5’. Colposcopisch onderzoek toonde…
Reacties