Weinig klinische relevantie van routinematig pathologisch onderzoek van uteri verwijderd bij vrouwen met prolapsklachten

Onderzoek
M.H. Schouwink
F.J.J.M. van de Molengraft
A.J.M. Roex
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:678-81
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoek naar de klinische relevantie van routinematig pathologisch onderzoek van uteri verwijderd bij vrouwen met prolapsklachten.

Opzet

Retrospectief onderzoek.

Plaats

Afdeling Obstetrie en Gynaecologie en afdeling Pathologie van het Medisch Centrum Alkmaar.

Methode

In de periode 1 juni 1990-31 augustus 1994 werd bij 221 vrouwen een vaginale hysterectomie verricht met als indicatie ‘descensus uteri’. Bij SIG Zorginformatie werden via het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA) vergelijkbare landelijke referentiegegevens opgevraagd.

Resultaten

Bij de 221 patiënten werd geen maligniteit of carcinoma in situ van cervix of endometrium waargenomen; 7 maal werd een cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN) I aangetoond, die in toto verwijderd was. Als premaligne afwijking werd verder in 4,5 van de verwijderde uteri een glandulaire endometriumhyperplasie vastgesteld. Landelijk bleek in deze periode bij 5739 geopereerde vrouwen 9 maal (0,16) een maligniteit en 10 maal een carcinoma in situ van cervix of endometrium (0,17) te zijn gevonden; bij 1 van deze gevallen ging het om een tot in het resectievlak bij de tubahoek doorgegroeid adenocarcinoom van het endometrium. Dat men onverwacht bij pathologisch onderzoek stuitte op een maligniteit van cervix of endometrium kwam landelijk bij slechts 1 op de 717 wegens prolaps verwijderde uteri voor.

Conclusie

Het onder bepaalde voorwaarden achterwege laten van pathologisch onderzoek verdient verdere evaluatie. Daarom wordt gepleit voor een prospectief onderzoek waarin moet worden vastgesteld of het verantwoord is om bijvoorbeeld bij vrouwen zonder een abnormaal bloedingspatroon en zonder postmenopauzaal bloedverlies, en met een normale recente cervixuitstrijk en een door de patholoog vastgesteld normaal macroscopisch aspect van de uterus op snede van verder pathologisch onderzoek af te zien.

Auteursinformatie

Medisch Centrum Alkmaar.

Afd. Obstetrie en Gynaecologie: mw.M.H.Schouwink, assistent-geneeskundige (thans: Academisch Medisch Centrum, afd. Verloskunde en Gynaecologie, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam); dr.A.J.M.Roex, gynaecoloog.

Afd. Pathologie: dr.F.J.J.M.van de Molengraft, patholoog.

Contact mw.M.H.Schouwink

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties