Een nieuwe koek, vrij van koemelkeiwit, kippeëi-eiwit, lactose en gluten, voor kinderen met voedselovergevoeligheid

Evaluation of the clinical reaction of 10 children with food allergy, including allergy to cow's milk protein, to the introduction of a new biscuit, free of cow's milk protein, chicken egg protein, lactose and gluten.

Design

Descriptive prospective study.

Setting

Outpatient clinic, Beatrix Children's Hospital, University Hospital Groningen.

Method

In 10 patients (mean age 28 months, range 13-78 months) with a proven cow's milk protein allergy the new biscuit (25 biscuits of 15,5 g each in 2 weeks) was introduced without otherwise changing the diet. The clinical symptoms, total serum IgE, the IgE radio-allergosorbent test (RAST), the skin test, the intestinal permeability (measured with the sugar absorption test), and energy and nutrient intake were determined before and after the introduction of the biscuits. Results were evaluated by the Wilcoxon test.

Results

Laboratory results were not significantly different between the groups. A recurrent clinical reaction was seen in one patient after consumption of a biscuit (probably due to a potato component). During the period of biscuit consumption energy and nutrient intake were increased in all children when a maximum of 1.5 biscuit per day was consumed.

Conclusion

No problems were seen in 910 children following introduction of the new biscuit. Energy and nutrient intake were improved. An allergic reaction was seen in 110 children, probably due to the potatocomponent.

Samenvatting

Doel

Onderzoek naar de (klinische) reacties van 10 kinderen met voedselovergevoeligheid, ondermeer bewezen koemelkeiwit-allergie, op introductie van een nieuwe koek, vrij van koemelkeiwit, kippeëi-eiwit, lactose en gluten (General Biscuits Nederland).

Opzet

Descriptief prospectief onderzoek.

Plaats

Polikliniek van de Beatrix Kinderkliniek, Academisch Ziekenhuis Groningen.

Methode

Bij 10 patiënten van gemiddeld 28 maanden oud (uitersten: 13-78) met door eliminatie en provocatie bewezen koemelkeiwitallergie, werd de nieuwe koek op gestandaardiseerde wijze geïntroduceerd in het overigens onveranderde dieet gedurende 2 weken (25 koeken van 15,5 g in 2 weken). Vóór en na de onderzoeksperiode werden bepaald: klinische symptomen volgens een gestandaardiseerde scorelijst, totale IgE-concentratie, IgE-‘radio-allergosorbent’-test (RAST), huidtests, darmpermeabiliteit (gemeten met de suikerabsorptietest), en energie- en nutriënteninname. De uitslagen werden vergeleken met de rangtekentoets van Wilcoxon voor gepaarde waarnemingen.

Resultaten

Er waren geen significante verschillen tussen laboratoriumuitslagen voor en na introductie. Bij 1 patiënt werd bij herhaling een klinische reactie gezien na consumptie van de koek (waarschijnlijk tegen aardappel). Tijdens de koekperiode was de inname van energie en nutriënten bij alle kinderen groter dan ervoor, mits niet meer dan 1,5 koek per dag werd geconsumeerd.

Conclusie

Introductie van de allergeenarme koek verliep bij 9 van de 10 patiënten probleemloos. Energie- en nutriënteninname werden gunstig beïnvloed. Bij één patiënt werd een allergische reactie op een bestanddeel, mogelijk aardappel, van deze koek gezien.