Zie ook de artikelen op bl. 727 en 732.
Patiënten met reumatoïde artritis (RA) hebben een chronische ontsteking van meerdere gewrichten en krijgen als gevolg daarvan op den duur gewrichtsbeschadigingen. Reumatologen zijn zich de afgelopen jaren gaan realiseren dat terughoudendheid in het voorschrijven van ‘slow-acting antirheumatic drugs’ (SAARD's: chloroquine, hydroxychloroquine, goudverbindingen, azathioprine, methotrexaat, penicillamine, ciclosporine en sulfasalazine) bij een groot aantal patiënten de kans geeft op aanhoudende artritisactiviteit en irreversibele gewrichtsschade. De conclusie dat vroege behandeling van RA meer voor- dan nadelen heeft, wordt gesteund door observaties van 6 samenwerkende reumatologische centra in de regio Utrecht.1
In 1948 werd het klinische gebruik van corticosteroïden geïntroduceerd door de reumatoloog Philip Hench, die daarvoor de Nobelprijs kreeg. Nadat de euforie over de behandeling van RA snel was afgekoeld vanwege de vele bijwerkingen is er geruime tijd sprake geweest van therapeutisch nihilisme. Men adviseerde om SAARD's pas voor te schrijven als…
Reacties