Casus
Een aterme, mannelijke neonaat werd geboren na een ongecompliceerde zwangerschap en partus. Vanwege langdurig gebroken vliezen werd de kinderarts in consult gevraagd. Bij lichamelijk onderzoek viel op dat de linker thoraxhelft een niet-afwijkend ademhalingspatroon volgde, terwijl aan de rechterzijde paradoxale adembewegingen zichtbaar waren (figuur en video). De ribben van de rechter thoraxhelft waren goed te zien door afwezigheid van de M. pectoralis major. Bij palpatie van deze thoraxhelft waren de kraakbeenuiteinden van de ribben 3-5 afwezig. De patiënt was niet dyspnoïsch, had een adequate ademhaling en een niet-afwijkende saturatie. Hierop stelden we de diagnose ‘Poland-syndroom’. Dit syndroom is voor…
Reacties