Samenvatting
Bij een 15-jarige jongen bleek een asymptomatische zwelling in de hals, na resectie, te berusten op een papillair schildkliercarcinoom. Hij werd behandeld met een (bijna) totale thyreoïdectomie, een ablatiedosis radioactief jodium vanwege een scintigrafisch aangetoonde rest functionerend schildklierweefsel, en schildklierhormoonsuppletie. Bijna 2 jaar na de tumorresectie werd een recidiefcarcinoom in de hals aangetroffen. Het is gewenst om vóór resectie van mediane halscysten geïnformeerd te zijn over de eventuele aanwezigheid van nodulaire afwijkingen in de schildklier. Resectiepreparaten van mediane halscysten bevatten in ongeveer 1 (papillaire) schildkliercarcinomen. Bij 10-40 van de patiënten bij wie vervolgens thyreoïdectomie wordt verricht, worden ook in de schildklier maligne focussen gevonden. Gezien dit multifocale voorkomen en omdat de diagnose ‘carcinoom’ meestal pas achteraf wordt gesteld, waardoor het onzeker is of de tumor geheel is verwijderd, is het aan te raden bij een carcinoom in een ductus-thyroglossalisrest een (bijna) totale thyreoïdectomie te verrichten met een adequate nabehandeling met 131I. Slechts wanneer radicaliteit verzekerd is en er geen aanwijzingen zijn voor nodulaire afwijkingen in de schildklier, komt een terughoudender beleid eventueel in aanmerking.
Reacties