Samenvatting
In één gezin werd bij vijf van de zes kinderen de diagnose hereditaire sferocytose gesteld na een infectie met het humane parvovirus B19 (B19-virus). De diagnose werd gesteld op grond van de aanwezigheid van een anemie, een aantoonbare hemolyse, een verlaagde osmotische resistentie van de erytrocyten en een verhoogd aantal sferocyten in het microscopische preparaat. Daar in het serum twee weken na het acute stadium van de infectie een verhoogde titer antistoffen tegen het B19-virus aantoonbaar was, werd geconcludeerd dat een infectie met dit virus leidde tot de anemie.
Reacties