Samenvatting
Tot ver in de 19e eeuw bestond de behandeling van liesbreuken louter uit repositie met behulp van breukbanden of ‘weekmakende middelen’, zoals warme kruidenbaden en natte verbanden. Bij beklemde breuken die niet te reponeren waren, ging men over tot resectie of cauterisatie van de breuk, meestal in combinatie met hemicastratie. Bassini (1844-1924) wordt gezien als de grondlegger van de huidige moderne liesbreukoperatie aan het einde van de 19e eeuw. De essentiële bevinding van Bassini was dat de achterwand van het lieskanaal, de fascia transversalis, een belangrijke rol speelt in de pathofysiologie van de liesbreuk. Zijn behandeling, complete incisie van deze fascia met een reconstructie van de achterwand, werd bijna een eeuw lang beschouwd als de gouden standaard. Een van de problemen van de conventionele bassini-operatie was de spanning die op de weefsels werd gebracht en die tot hoge recidiefpercentages leidde. Hoewel de operatie van Bassini op zich obsoleet is geworden, is de operatieve behandeling tegenwoordig nog steeds toegespitst op versteviging van de achterwand van het lieskanaal. Die spanningsloze versteviging vindt thans plaats met synthetisch materiaal, waarbij de mat geplaatst wordt via een open anterieure benadering, laparoscopische ingreep of preperitoneale interventie.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:924-31
Reacties